2.4 - Populaties (4KB)

Thema 2 - Ecologie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2 - Ecologie
2.1 - Eten en gegeten worden
2.2 - Piramiden
2.3 - De koolstofkringloop
2.4 - Populaties
2.5 - Aanpassingen bij dieren
2.6 - Aanpassingen bij planten

Slide 2 - Tekstslide

2.3 - De koolstofkringloop
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Welke twee stoffen komen vrij bij de verbranding en worden gebruikt door producenten?

Slide 4 - Open vraag

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 5 - Quizvraag

Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)

Slide 6 - Quizvraag

Wie zijn reducenten
A
Planten en dieren
B
Dieren en schimmels
C
Schimmels en Planten
D
Bacteriën en Schimmels

Slide 7 - Quizvraag

2.4 - Populaties

Slide 8 - Tekstslide

Doelen van deze les
Je kan uitleggen wat biotische en abiotische factoren zijn, en daarvan voorbeelden geven
Je kan uitleggen hoe een populatiegrootte in stand wordt gehouden

Slide 9 - Tekstslide

Je omgeving
Dieren en planten worden beïnvloed door hun omgeving
Alles om je heen beïnvloed wat je doet en hoe je leeft

Organismen en hun omgeving hebben een relatie
Ecologie - het bestuderen van de relatie tussen organisme en omgeving

Slide 10 - Tekstslide

Waarmee heeft een wild konijn
te maken? (omgeving)

Slide 11 - Woordweb

Beïnvloed door factoren
Biotische factoren - alles wat leeft of afkomstig is van iets levends
Abiotische factoren - alles wat niet leeft, geleefd heeft of zal gaan leven

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Van individu tot ecosysteem
Individu - 1 organisme
Populatie - groep van zelfde organisme in zelfde gebied
Levensgemeenschap - alle populaties in een gebied
Biotoop - alle abiotische factoren in 1 gebied
Ecosysteem - levensgemeenschap + biotoop

Slide 14 - Tekstslide

Populatiegrootte
Populaties blijven in balans
Als biotische en/of abiotische
factoren veranderen, verandert
de populatiegrootte mee

biologisch evenwicht -
balans in populatie

Slide 15 - Tekstslide

Overlevingskans
vb. 
Guppy's gaan dood onder 5 graden
Guppy's gaan dood boven 38 graden
Leven het 'best' bij 22 graden

Slide 16 - Tekstslide

Vragen?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een biotische factor?
A
Een rivier
B
Een heuvel van een berg
C
Een aantal roofdieren
D
Een koude luchtstroom

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen biotische factor?
A
insecten
B
boom
C
ziekteverwerker
D
water

Slide 19 - Quizvraag

Een biotoop is
A
Een groep organismen die tot dezelfde soort behoren
B
Een rij organismen die van elkaar leven
C
Gebied waar de leefomstandigheden het beste zijn
D
Een aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn

Slide 20 - Quizvraag

Een populatie is....
A
een groep organismen van hetzelfde soort.
B
groep organismen van verschillende soorten in een bepaald gebied.
C
een groep organismen van hetzelfde soort in een begrensd gebied.
D
een individu van één soort.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een biologische evenwicht?
A
Emotioneel stabiele dieren
B
Ongeveer evenveel sterfte als geboorte binnen een populatie
C
alle antwoorden zijn juist
D
Goede biotische en abiotische waarden

Slide 22 - Quizvraag

in een optimumkromme geef je weer:
A
de hoeveelheid baby guppy's in de populatie
B
De temperatuur van de populatie
C
de groei- en voortplantingskansen van een populatie
D
De gemiddelde leeftijd in een populatie.

Slide 23 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 2.4 - opdracht 24 t/m 34

Slide 24 - Tekstslide