§1.1 - Ontdek je binnenste

Welkom

- Boek, schrift, pen/potlood op tafel.

- Huiswerk in de agenda zetten.

- Les §1.1 - Ontdek je binnenste

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen hoe je lichaam er vanbinnen uitziet.

- Je kunt uitleggen wat organen en orgaanstelsels zijn.

- Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken.

- Je kunt uitleggen uit welke onderdelen organen zijn opgebouwd.

Huiswerk

Lezen/Samenvatten §1.1 (Lz, sv)

Maken en nakijken §1.1 (Mk, nk)

Startopdracht

Lees §1.1 aandachtig door

Torso

Groepsopdracht

Per groepje krijg je een orgaan uit het torso. Zoek uit:

- Welk orgaan is het?

- Wat is de taak van het orgaan?

- Bij welk orgaanstelsel hoort dit orgaan?

- Wat is de taak van dit orgaanstelsel?

- Een interessant/leuk/grappig weetje

Werk dit uit op een A4, een persoon uit de groep vertelt het aan de klas (willekeurig gekozen)

Wat zit er in je lichaam?

Organen - allemaal een eigen taak

Organen werken samen in een orgaanstelsel.

Het oor, taak van je oren is om te horen.

Het oog, taak van je ogen is zien.

Het hart, taak is rondpompen van bloed.

Organisatieniveaus

Organismen zijn levende wezens, ze hebben allerlei samenwerkende orgaanstelsels in hun lichaam.

Orgaanstelsels bestaan uit organen. Organen bestaan uit cellen.

en groep cellen van dezelfde soort is een weefsel.

Cellen zijn de bouwstenen van ons bestaan!

Bouwstenen

Alle organen zijn gemaakt van samenwerkende cellen.

Ze zijn enorm klein.

Eigen vorm en taak.

De cel

Celmembraan: toegangspoort 

Celkern: regelt wat er gebeurt

Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel

Soorten cellen

Een groepje cellen van hetzelfde soort is een weefsel

Hersenen: hersenweefsel met hersencellen

Longen: longweefsel met longcellen

Darmen: darmweefsel met darmcellen

enzovoort

Je lichaam van groot naar klein

Je lichaam bestaat uit orgaanstelsels -->

Elk orgaanstelsel bestaat uit organen -->

Elk orgaan bestaat uit weefsels -->

Elk weefsel bestaat uit cellen.

Organisatieniveaus

Samenwerkende orgaanstelsels

Terugblik

1. Schrijf drie dingen op die je geleerd hebt.

2. Schrijf twee dingen op die je al wist.

3. Schrijf een ding waar je nog een vraag over hebt.

Geen vraag, maak een toetsvraag!

Begin aan je huiswerk 

(§1.1 maken en nakijken)

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen hoe je lichaam er vanbinnen uitziet.

- Je kunt uitleggen wat organen en orgaanstelsels zijn.

- Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken.

- Je kunt uitleggen uit welke onderdelen organen zijn opgebouwd.