Futur : les verbes irréguliers
1- hebben = avoir - stam futur = ??? + uitgangen
2- zijn = être - stam futur = ??? + uitgangen
3-doen/maken = faire - stam futur = ??? + uitgangen
4- zien = voir - stam futur = ??? + uitgangen
5- gaan = aller - stam futur = ??? + uitgangen
6- willen = vouloir- stam futur = ??? + uitgangen
7- kunnen = pouvoir- stam futur = ??? + uitgangen
8- moeten = devoir - stam futur = ??? + uitgangen
9- komen = venir - stam futur = ??? + uitgangen