week 38 a

Welcome 
Week 38
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welcome 
Week 38

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:

  • Ik ken woordjes over het thema 'family members', 'looks', 'personality' 
  • Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden gebruiken
  • Ik ken de question words en kan deze gebruiken. 
  • Ik weet hoe ik woorden uit een tekst kan raden. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homework
(week 40 So Stepping Stones Bridging the gap en Unit 1- woorden en grammatica)

Vrijdag 20 september:
L: learning corner p. 82,83 (slim stampen)
M: P. 76 TM 78 OPDR 54,55


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personal pronouns
p. 76
Gebruik: voor mensen, dieren en dingen.

Vóór werkwoord:
I, you, he, she, it, we, you, they. 

Na werkwoord:
me, you, him, her, it, us, you, them.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet de personal pronoun staan in de zin?
before the verb
After the verb
I
you
He, she it
we
they
me
you (after)
him, her, it
us
them

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

______brought the answers with her yesterday.
A
she
B
he
C
her
D
him

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Harry and Michael are not
friends, but _____ are
siblings.
A
we
B
they
C
us
D
them

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Did you give ______ the
letter? They have been
asking for it the entire
day.
A
they
B
she
C
them
D
her

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Could you tell ____ a
little more? We have
no idea what is going
on.
A
me
B
our
C
them
D
us

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question words
p. 77
Gebruik: om een vraag te stellen. Je gebruikt ze aan het begin van een zin. (Wh-words)
What = wat
When =  wanneer
Who = wie
Where = waar
Why = waarom
Which = welke/wat
How = Hoe


 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wie
wat
wanneer
waar
waarom
wat/welke
Hoe
Who
What 
where
Which
Why
When
How

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Who 
What
Where
Why
When
How

Slide 12 - Sleepvraag

Ok, please move the photos to match the words.. combineren de beelden met de woordjes.. welke past bij wie? 
  1. ___________'s your phone number?
  2. ___________ are the museums open?
  3. ___________ have I put my phone?
  4. ___________ is your best friend?
  5. ___________ are you still in bed?
What
When
Where
Who
Why

Slide 13 - Sleepvraag

Which one is missing and why?
'How' does not start with WH, but is still a question word. 
Fill in the correct question words to make wh-questions that match the answers.




1.  ________  is the time?  ANSWER:  It's 2:30 in the afternoon.

2. ______  are you so happy? ANSWER: Because I just got a 10 on my exam!

3. ______ can I find the customer service desk? ANSWER: Straight down the hallway. 

4. ________ can I help you?  ANSWER: You can help me with mu homework. 

5. ________ was that person standing outside? ANSWER: That was my aunt. 

 
Who
What
Where
How
Why
When

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Match the question words into the correct questions
................ don't you like apple juice?
................ is my red sweat shirt, Mum?
................  do Anne and Betty get to school every day?
................  do you play volleyball?
Where
How
What
When
Why

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speaking stones 1,2,3
  • Who are you?
  • Who do I have in mind?
p. 56,72,73

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reading
p. 52+68

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Get to work



L: learning corner p. 82, 83 (slim stampen)
M: P. 76 TM 78 OEF 54,55


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies