Module kansen en statistiek les 2 (ODF)

Statistiek en kansen
Tekst
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeBasisschoolMiddelbare schoolhavo, vwoGroep 8Leerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Statistiek en kansen
Tekst

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan met behulp van een wegendiagram uitrekenen hoeveel combinaties er mogelijk zijn

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een combinatie?

Slide 3 - Tekstslide

Combinaties maken
Pak 3 smarties in drie verschillende kleuren
Hoeveel combinaties van 2 kun je maken?

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel verschillende setjes kan ik maken?

Slide 5 - Tekstslide

Wij-fase: Hoeveel combinaties?

Slide 6 - Tekstslide

Jullie-fase
* Hoeveel combinaties kun je maken?
* Hoe weet je dat?
* Wisbordje: 1 persoon vertelt, de ander tekent wegendiagram

Klaar? 
-Bedenk zelf een wegendiagram en teken deze
- Bedenk een vraag waarvan het antwoord uit te leggen is met een wegendiagram

Slide 7 - Tekstslide

Controle van Begrip
Maak zelfstandig een wegendiagram die past bij de volgende tekst. 
Laat zien op je wisbordje

Slide 8 - Tekstslide

Chimène gaat op vakantie en heeft in haar koffer 5 soorten shirts, 3 soorten broeken en 6 paar sokken. Hoeveel verschillende kledingcombinaties kan zij maken?

Slide 9 - Open vraag

Verlengde instructie
Welke informatie heb ik?
Welke informatie hoort bij elkaar?
Maak rijen
Teken wegendiagram

Slide 10 - Tekstslide

Wegendiagram
Een winterjas is beschikbaar in de kleuren zwart, bruin en wit. Daarnaast kun je kiezen als sluiting tussen een rits of knopen. Tot slot kun je de lengte nog bepalen, kort of lang.
Stappenplan
Welke informatie heb ik?
Welke informatie hoort bij elkaar?
Maak rijen
Teken wegendiagram

Slide 11 - Tekstslide

Berekenen combinaties
Het berekenen van combinaties doe je als volgt:
1. Je kijkt hoeveel lijnen er tussen de twee zwarte stippen zit.
2. Deze getallen vermenigvuldig je met elkaar.

Dus hier zou dat: 
3 x 2 x 2 = 12 mogelijkheden zijn. 

Slide 12 - Tekstslide

Wegendiagram
In het wegendiagram hieronder zie je de keuzes van broeken, shirts en sokken die Kim meegenomen heeft op vakantie. 
Hoeveel verschillende kledingcombinaties kan je maken?

Slide 13 - Tekstslide

Wegendiagram
In het wegendiagram hieronder zie je het aantal mogelijkheden om een vraag te beantwoorden van een toets met in totaal drie vragen. 
Op hoeveel verschillende manieren kan je deze toets maken?

Slide 14 - Tekstslide

Het kan nog moeilijker....
Tussen de plaatsen P en Q stroomt een rivier die bij M of bij N kan worden overgestoken. Op hoeveel manieren kun je van P naar Q?

Slide 15 - Tekstslide

Verwerkingsopdrachten
Bij een worp met een dobbelsteen heb je zes mogelijkheden
1. Je gooit 2x met een dobbelsteen. Maak een wegendiagram voor twee keer werpen. Hoeveel mogelijke combinaties zijn er?
2. Hoeveel combinaties zijn er mogelijk bij drie keer werpen met een dobbelsteen?

Slide 16 - Tekstslide

Christian heeft de keuze uit 3 broeken: een blauwe, een groene en een bruine.
Hij wil de broek combineren met een rood, wit of blauw shirt.
Voor zijn sokken heeft hij keuze uit 4 kleuren: zwarte, bruine, groene en blauwe.
Maak een wegendiagram bij de situatie 

Hoeveel combinaties zijn er mogelijk?

Christian wil vandaag geen blauw dragen. Hoeveel combinaties blijven er dan nog over?

Slide 17 - Tekstslide

Een uitdager
Een code bestaat uit eerst een letter en dan twee cijfers, bijv B24 of C11. Voor de letter gebruik je A,B,C,D of E. Voor beide cijfers 1 t/m 4.
1. Hoeveel verschillende codes zijn er mogelijk? Teken wegendiagram, noteer je berekening.
2. Stel dat de 2 cijfers in de code verschillend moeten zijn. (dus geen C11) Probeer uit te zoeken hoeveel verschillende codes er dan mogelijk zijn? Noteer je berekening

Slide 18 - Tekstslide

Nieuw onderwerp!!!
Boomdiagrammen

Slide 19 - Tekstslide

Weet jij al wat een boomdiagram is?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Boomdiagram
Bij het voorgerecht kan gekozen worden uit drie verschillende gerechten. Bij het hoofdgerecht uit vijf verschillende gerechten

Slide 21 - Tekstslide

Heb je geteld hoeveel mogelijkheden deze boomdiagram had?
A
10
B
12
C
15
D
18

Slide 22 - Quizvraag

Boomdiagram
a. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als je twee kinderen neemt?
b. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als je drie kinderen neemt?
c. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als het eerste kind een meisje is?
d. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als je alleen maar jongens of alleen maar meisjes krijgt?

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als je twee kinderen neemt?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als je drie kinderen neemt?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als het eerste kind een meisje is?

Slide 26 - Open vraag

Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als je alleen maar jongens of alleen maar meisjes krijgt?

Slide 27 - Open vraag

Boomdiagram
a. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er na vier keer gooien in totaal?
b. Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als de eerste worp munt is en de tweede worp kop?
c. Op hoeveel verschillende manieren kan je twee keer munt gooien?
d. Op hoeveel verschillende manieren kan je drie keer kop en éen keer munt gooien?

Slide 28 - Tekstslide

Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er na vier keer gooien in totaal?

Slide 29 - Open vraag

Hoeveel verschillende mogelijkheden zijn er als de eerste worp munt is en de tweede worp kop?

Slide 30 - Open vraag

Op hoeveel verschillende manieren kan je twee keer munt gooien?

Slide 31 - Open vraag

Op hoeveel verschillende manieren kan je drie keer kop en éen keer munt gooien?

Slide 32 - Open vraag

Dit is alweer het einde :(
Volgende week gaan we werken met snelheid!

Slide 33 - Tekstslide

Hoe vonden jullie deze korte module binnen beta opdrachten (dobbelsteen en dit)?

Slide 34 - Open vraag

Wegendiagram
a. Hoeveel verschillende voorgerechten kan je kiezen?
b. Hoeveel verschillende hoofdgerechten kan je kiezen?
c. Hoeveel verschillende nagerechten kan je kiezen?
d. Hoeveel verschillende combinaties van voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht kan je maken?

Slide 35 - Tekstslide