2h4 Mercredi, le 29 sept 2021-les nombres ww er- h1-A ex 6 7 -voc A

1 / 24
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Objectifs
Aan het eind van deze les  kan je 
1- je voorstellen 
2 - de telwoorden hard op zeggen/opschrijven 
3 -  landen opnoemen
4- het weer




Slide 2 - Tekstslide

Présente-toi !
  1. Hoe heet je?
  2. Hoe oud ben je?
  3. In welke klas zit je?
  4. Wat is je lievelingsvak?
  5. Wie is je Frans docent?
  6. Is hij/zij streng?
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

de telwoorden

Slide 4 - Tekstslide

vocabulaire p 50
On écoute et on répète !

Slide 5 - Tekstslide

Les nombres  
20 = 
30 = 
40 = 
50 = 
60 = 
+ 1= ?
21= 
31 = 
41 = 
51 = 
61 = 

Slide 6 - Tekstslide

De meeste telwoorden vanaf 70 zijn een combinatie van de telwoorden t/m 69

Slide 7 - Tekstslide

60 + 10= 70 
70- 80
80- 90
100
1000
1.000.000
1.000.000.000

Slide 8 - Tekstslide

100 = cent
101 = cent un
102 = cent deux
130 = cent trente

De 100- en meer
200 = deux cents
300 = trois cents
400 = quatre cents
etc.
1000 = mille
2000 =
deux mille
1000000=
1 million
1 milliard

Slide 9 - Tekstslide

2.679.591.701

25.748.600.999
345.841.941.555

Slide 10 - Tekstslide

2.679.591.701
deux milliards six cent soixante-dix-neuf millions cinq cent quatre-vingt-onze mille sept cent un

Slide 11 - Tekstslide

25.748.600.999
vingt-cinq milliards sept cent quarante-huit millions six cent mille neuf cent quatre-vingt-dix-neuf

Slide 12 - Tekstslide

345.841.941.555
trois cent quarante cinq milliards huit cent quarante et un millions neuf cent quarante et un mille cinq cent cinquante-cinq.

Slide 13 - Tekstslide

exercices 6  et 7
Quels pays connais-tu en francais?

Volgende dia:
Wat valt het op?

Slide 14 - Tekstslide

les Pays
les Pays-Bas=la Hollande
les États-Unis

le luxembourg
le Danemark
le Portugal
le Japon
le Canada
 la Belgique
la France
l'Allemagne
L'Autriche
l'Italie
la Suisse
la Pologne
la Norvège

Slide 15 - Tekstslide

Écris le nom des pays, des habitants et de la langue
En France, on parle ..., les habitants sont ...
En Allemagne, on parle ..., les habitants sont... 
En Belgique, on parle ... et ... les habitants sont...
En Suisse, on parle ... et ... et ..., les habitants sont ...
En Angleterre, on parle ... , les habitants sont ...
En Italie, on parle ..., les habitants sont ...
En Espagne, on parle ..., les habitants sont ...
Aux Pays-Bas, on parle ... , les habitants sont ...
timer
2:30

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

lire l'exercice 12 
on écoute et on complète!

Slide 18 - Tekstslide

150 cent cinquante 160 cent soixante
170 cent soixante-dix
180 cent quatre-vingts (hier extra s want er staat geen telwoord achter 20)
181 cent quatre-vingt-un 
(hier geen s achter vingt want er staat 1 achter vingt. 
cent quatre 104 is groter dan 100, dans geen streepje
quatre-vingt kleiner dan 100 dus -
vingt-un kleine dan 100 dus -
190 cent quatre-vingt-dix
200 deux cents (hier wel een s want er staat geen ander telwoord achter honderd en
geen - want het telwoord is groter dan 100.      
201 deux cent un
(geen s opschrijven achter cent want er staat een andere telwoord:1 en deux cent is groter dan 100 dus geen -, cent un is groter dan 100  dus geen -)

Slide 19 - Tekstslide

444.444

Slide 20 - Tekstslide

444.444
quatre cent quarante quatre mille quatre cent quarante quatre
nu de streepjes: je neemt van links naar rechts 2 telwoorden, jij kijkt of ze groter of kleiner dan 100 zijn:
groter geen -
kleiner wel -


444444 streepjes

Slide 21 - Tekstslide

474.781.263.128 

Slide 22 - Tekstslide

474.781.263.128 
quatre cent soixante-quatorze milliards
sept cent quatre-vingt-un millions
deux cent soixante-trois mille
cent vingt-huit

Slide 23 - Tekstslide

Objectifs
Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 24 - Tekstslide