3.1 & 3.2

Tijd van de Wereldoorlogen
 1900 tot 1950




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijd van de Wereldoorlogen
 1900 tot 1950




Slide 1 - Tekstslide

Problemen na WOI

Toen in 1918 de Eerste Wereldoorlog was afgelopen, waren de problemen niet voorbij.

  • Duitsland moest de schade betalen
  • Engeland en Frankrijk hadden geen geld en enorme oorlogsschulden bij de VS.
Gevolg:
  • Amerikaans hulpprogramma aan Europa. (dawesplan, 1924)

Slide 2 - Tekstslide

Voorspoed in de jaren twintig
In de VS ging het goed met de economie.  Luxe goederen en elektrische apparaten werden massaal geproduceerd. Geld lenen werd van alle kanten aangemoedigd.
  • Auto's
  • Koelkasten
  • Stofzuigers
  • Voor het eerst in de geschiedenis konden ook minder rijke mensen dit soort dingen betalen. 

Slide 3 - Tekstslide

De roaring twenties: Life is good!
Iedereen dacht dat het beter zou gaan worden. Fotografie, radio en film werden geïntroduceerd. Roaring twenties: een vrolijke periode vol nieuwe populaire vormen van amusement, zoals jazzmuziek, bioscopen en danszalen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Discussie over Jazz
''White critics often hid behind black stereotypes''
Gevaarlijk, 

Slide 7 - Tekstslide

De economie stort in
In Amerika is het heel gewoon geld te lenen om iets te kopen. 
Geld dat vroeg of laat moest worden terugbetaald aan de Amerikaanse banken. Miljoenen Amerikanen hebben daardoor schulden bij de bank.

Vraag en aanbod bepaald de prijs en waarde
van een product.
  • Hoge vraag                    Hoge prijs
  • Lage  vraag                    Lage prijs

Slide 8 - Tekstslide

De economie stort in
Door het grote vertrouwen van consumenten in de economie steeg de waarde van aandelen tot ongekende hoogte. Veel hoger dan hun werkelijke waarde. 

Op zwarte donderdag, 24 oktober 1929, stortte 
de beurs op Wall Street ( in New York) volledig in


Slide 9 - Tekstslide

Zwarte Donderdag, 1929. Gedramatiseerd. 

Slide 10 - Tekstslide

De economie stort in
Beleggers probeerden massaal hun aandelen te verkopen om de schade te beperken. Daardoor werden de aandelen snel nog minder waard. 

Gevolgen:
  • Banken gingen failliet
  • Enorme werkloosheid 
  • Daling consumptie 
  • Geen vertrouwen in de economie 

Slide 11 - Tekstslide

De economie stort in 1929

Slide 12 - Tekstslide

De economische crisis 1929

Ook de economie van Nederland werd getroffen door de wereldcrisis. De jaren dertig werden gekenmerkt door grote werkloosheid en veel armoede. 

Gevolg:
  • Uitkering en bonnenboek. 
  • Werkverschaffing: Verplicht werk voor werklozen
  • Opkomst NSB 

Slide 13 - Tekstslide

Werkloze Amerikaanse mannen voor een soepkeuken
In Nederland moest je 3x per dag komen stempelen

Slide 14 - Tekstslide

"Daklozen" maken grote sloppenwijken: Hoovervilles
En anders kon je altijd nog in de auto wonen 

Slide 15 - Tekstslide

Ik 'hoov' er niets aan te doen
  • President Hoover was een Republikein: de VS zou zichzelf redden. 
  • Door gebrek aan ingrijpen verergerde de situatie juist.
  • De economische crisis werd nu de Great Depression genoemd.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

New Deal, new hope?

Vanaf 1933
  • In 1932 wordt de Democratische Franklin Roosevelt gekozen als president van de Verenigde Staten. 

  • Roosevelt vergelijkt de Amerikaanse economie met een kaartspel. De kaarten moesten opnieuw worden geschud.

Slide 18 - Tekstslide

De New Deal
President Roosevelt (1933-1945) greep wel in, in de economie. Zijn politiek noemen we de New Deal. 

Hij bestreed werkeloosheid met o.a.:
  • Verhoging overheidsuitgaven
  • Werkverschaffingsprojecten
  • Afspraken over minimumlonen
  • Sociale wetgeving



Slide 19 - Tekstslide

Gevolgen  van de 'New Deal'
1 de werkloosheid daalde
2 de lonen stegen weer
3 Minder bedrijven gingen failliet
4 Stijgende belastingen (om de overheidsuitgaven te betalen)




Slide 20 - Tekstslide