Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NT2 Scheidbare werkwoorden
Werkwoorden
1 / 29
volgende
Slide 1:
Woordweb
NT2
ISK
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoorden
Slide 1 - Woordweb
Hij (pakken) een boek
A
Pakt
B
Pakken
C
Pak
Slide 2 - Quizvraag
Mijn vriendin (vinden) de film mooi.
A
vind
B
vindt
Slide 3 - Quizvraag
Ik: Stam
Jij: stam + t
Hij/zij: stam + t
U: stam + t
Wij: meervoud
Zij: meervoud
Jullie: meervoud
Slide 4 - Tekstslide
NT2 Scheidbare werkwoorden
Scheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die je uit elkaar kunt halen.
Voorbeeld: schoon + maken = schoonmaken.
Slide 5 - Tekstslide
Ik maak de keuken schoon --> schoonmaken
Ik neem mijn boek mee --> meenemen
Slide 6 - Tekstslide
Schoonmaken
Ik maak de keuken schoon.
Ik ga de keuken schoonmaken.
Uitleggen
De docent legt de opdracht uit.
De docent gaat de opdracht uitleggen.
Slide 7 - Tekstslide
af + wassen =...........
Slide 8 - Open vraag
mee + nemen =........
Slide 9 - Open vraag
op + bellen = ...............
Slide 10 - Open vraag
Wat is een scheidbaar werkwoord?
A
maken
B
schoon
C
schoonmaken
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een scheidbaar werkwoord?
A
op
B
hangen
C
ophangen
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een scheidbaar werkwoord?
A
in
B
vullen
C
invullen
Slide 13 - Quizvraag
Zoek het scheidbare werkwoord in de zin.
Slide 14 - Tekstslide
Wij nodigen de buren uit voor het feest.
A
nodigen
B
de buren
C
het feest
D
nodigen uit
Slide 15 - Quizvraag
Zij doet de lamp aan.
A
zij
B
doen
C
doet aan
D
de lamp
Slide 16 - Quizvraag
Het meisje trekt haar kleren aan.
A
trekt aan
B
het meisje
C
trekt
D
haar kleren
Slide 17 - Quizvraag
Ik ruim de kleding op.
A
ruim
B
op
C
de kleding
D
ruim op
Slide 18 - Quizvraag
Hij staat 's ochtends om 8 uur op.
A
staat
B
's ochtends
C
op
D
staat op
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het hele werkwoord?
Slide 20 - Tekstslide
Ik doe de computer uit.
A
doen
B
uitdoen
C
de computer
D
uit
Slide 21 - Quizvraag
Zij maakt de keuken schoon.
A
de keuken
B
maken
C
schoon
D
schoonmaken
Slide 22 - Quizvraag
De jongen pakt zijn cadeau uit.
A
pakken
B
cadeau
C
jongen
D
uitpakken
Slide 23 - Quizvraag
De docent geeft elke dag les.
A
lesgeeft
B
docent
C
geven
D
lesgeven
Slide 24 - Quizvraag
Ik hang mijn jas op aan de kapstok.
A
ophangen
B
hangen
C
aanhangen
D
kapstok
Slide 25 - Quizvraag
Hij.............de wc ........
(schoonmaken)
Slide 26 - Open vraag
Zij.........het boek.......
(opruimen)
Slide 27 - Open vraag
Ik.............om 8 uur........
(opstaan)
Slide 28 - Open vraag
Wij..........het licht..............
(aandoen)
Slide 29 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
NT2 Scheidbare werkwoorden
5 dagen geleden
- Les met
29 slides
NT2
ISK
NT2 Scheidbare werkwoorden
6 dagen geleden
- Les met
19 slides
NT2
ISK
NT2 Scheidbare werkwoorden
5 dagen geleden
- Les met
19 slides
NT2
ISK
NT2 Scheidbare werkwoorden
5 dagen geleden
- Les met
24 slides
NT2
ISK
NT2 Scheidbare werkwoorden
Maart 2024
- Les met
24 slides
NT2
ISK
NT2 Scheidbare werkwoorden
5 dagen geleden
- Les met
26 slides
NT2
ISK
NT2 Scheidbare werkwoorden
Oktober 2024
- Les met
26 slides
NT2
ISK
051124 NT2 Scheidbare werkwoorden
18 dagen geleden
- Les met
29 slides
NT2
ISK