In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Oefentoetsje 2TL H3
Maak groepjes van 3 of 4 en ga bij elkaar zitten.
Een van jullie groepje logt in op LessonUp.
Slide 1 - Tekstslide
In welke twee zinnen staat een meewerkend voorwerp? Noteer de letters van de zinnen en schrijf het meewerkend voorwerp (mv) erachter. (1 pt.) a. Maria en Guy wilden een mooi cadeau geven. b. Zijn vrienden bereidden voor hem een heerlijk maaltijd. c. Wij liepen gisteren door de Oostvaardersplassen. d. Het werk leverde ons een extraatje op. e. Zij drinkt haar thee altijd met twee klontjes suiker.
Slide 2 - Open vraag
Oefentoetsje 2TL H3
Benoem van de volgende zinnen wg, o, lv en mv.
Let op: niet elke zin heeft een lv of een mv.
Slide 3 - Tekstslide
a. De gemeente plaatst zonnepanelen op het dak van dit gebouw. WG=
Slide 4 - Open vraag
a. De gemeente |plaatst| zonnepanelen op het dak van dit gebouw. O=
Slide 5 - Open vraag
a. |De gemeente |plaatst| zonnepanelen op het dak van dit gebouw. LV=
Slide 6 - Open vraag
a. |De gemeente |plaatst| zonnepanelen| op het dak van dit gebouw. MV=
Slide 7 - Open vraag
b. Wanneer |kan| zij dat geld aan haar beste vriendin |teruggeven|? WG=
Slide 8 - Open vraag
b. Wanneer |kan| zij dat geld aan haar beste vriendin |teruggeven|? O=
Slide 9 - Open vraag
b. Wanneer |kan| zij |dat geld aan haar beste vriendin |teruggeven|? LV=
Slide 10 - Open vraag
b. Wanneer |kan| zij |dat geld| aan haar beste vriendin |teruggeven|? MV=
Slide 11 - Open vraag
Oefentoetsje 2TL H3
Kies of het woord tussen sterretjes een persoonsvorm (pv) is of een voltooid deelwoord (vd).
Slide 12 - Tekstslide
a. Op deze school *houden* ze dieren voor de leerlingen.
A
PV
B
VD
Slide 13 - Quizvraag
b. Uiteraard moeten de dieren goed *verzorgd* worden.
A
PV
B
VD
Slide 14 - Quizvraag
c. De directeur *beweert* dat het goed is voor de ontwikkeling van de leerlingen.
A
PV
B
VD
Slide 15 - Quizvraag
d. In het algemeen *geldt* dat je wel goed moet nadenken voordat je als school zo’n besluit neemt.
A
PV
B
VD
Slide 16 - Quizvraag
Oefentoetsje 2TL H3
Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord dat tussen haakjes staat.
Slide 17 - Tekstslide
a. Op Facebook heb ik (zien) dat ik een dubbelganger heb.
Slide 18 - Open vraag
b. Met mijn foto heeft iemand een vals account (opzetten).
Slide 19 - Open vraag
c. Iedereen op school wordt voor zulk soort oplichterij (waarschuwen).
Slide 20 - Open vraag
d. Want geld dat je kwijt bent, wordt bijna nooit (terugbetalen) door de oplichter.
Slide 21 - Open vraag
Maak een zin met het voltooid deelwoord van ‘voorbereiden’.
Slide 22 - Open vraag
Oefentoetsje 2TL H3
Noteer uit iedere zin de woorden die een hoofdletter krijgen.
Slide 23 - Tekstslide
a. veel scholen gaan op schoolreis naar de efteling.
Slide 24 - Open vraag
b. het wellantcollege gaat dit jaar survivallen in de belgische ardennen.
Slide 25 - Open vraag
c. elke morgen moeten de leerlingen vroeg opstaan.
Slide 26 - Open vraag
d. onder leiding van een nederlandse gids gaan ze raften op de maas.