In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
4.6 B/C: Nederlands-Indië
4.6 Een wereldrijk veroveren
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Nederland, na de VOC-tijd, Indië weer winstgevend maakte.
Slide 2 - Tekstslide
Het 'arme' Nederland
Franse bezetting (1795-1813)
Java in Engelse handen
Java-oorlogen gevoerd door het KNIL (1825-1830) kosten veel geld
Slide 3 - Tekstslide
Het cultuurstelsel
(1830-1870)
Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden
Met dat geld kan Nederland een modern land worden (wens van koning Willem I)
Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)
Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo (cultures)
Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon
Slide 6 - Tekstslide
Hoe werkt het cultuurstelsel? (2)
Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen
De Javaanse vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.
Slide 7 - Tekstslide
Bestuur tijdens het cultuurstelsel
Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur intact
Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij)
Slide 8 - Tekstslide
Gevolgen voor Nederland
Indië is binnen paar jaar weer winstgeven voor Nederland: het batig slot
Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten
Slide 9 - Tekstslide
Positieve gevolgen voor Java
Verbetering van de infrastructuur op het eiland
Ontstaan van een geldeconomie
Slide 10 - Tekstslide
Negatieve gevolgen voor Java
Uitbuiting door eigen Javaanse vorsten (regenten)
Vaak meer dan 66 dagen herendiensten
Plantloon is laag
Slide 11 - Tekstslide
Negatieve gevolgen voor Java
Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt
Hongersnoden
Slide 12 - Tekstslide
Welke producten werden in het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout
Slide 13 - Quizvraag
Hoe groot was het percentage dat de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50
Slide 14 - Quizvraag
Welk bedrijf was verantwoordelijk voor het cultuurstelsel
A
VOC
B
HMA
C
VED
D
NHM
Slide 15 - Quizvraag
Met welk doel is het cultuurstelsel ingevoerd?
Slide 16 - Open vraag
Goed of fout? Het cultuurstelsel werd in heel Nederlands-Indië ingevoerd.
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quizvraag
Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken
Slide 18 - Quizvraag
Goed of fout?
In het cultuurstelsel draaide het om de levering van cultuurproducten aan de Nederlanders.