Ik kan tegenargumenten en weerleggingen herkennen.
- Maken H4 Lezen
Reminder: blog opdracht deel 4 maandag inleveren!
+ denk aan het bijhouden van je woordenlijst
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Deze les
- Terugblik
- Leerdoel deze les:
Ik kan tegenargumenten en weerleggingen herkennen.
- Maken H4 Lezen
Reminder: blog opdracht deel 4 maandag inleveren!
+ denk aan het bijhouden van je woordenlijst
Slide 1 - Tekstslide
Lezen H4
Ik kan tegenargumenten en weerleggingen herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht
Maak de startopdracht van Lezen H4.
Dit doe je in je fysieke boek + schrift.
We bespreken het straks.
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging?
Slide 4 - Open vraag
Voetballen is gevaarlijk, want je kan gewond raken door de bal tegen je hoofd. --> De kans dat dat gebeurt is echter ontzettend klein.
A
tegenargument
B
weerlegging
Slide 5 - Quizvraag
Katten zijn veel leuker dan honden omdat ze lekker spinnend op je schoot gaan liggen. --> Mijn kat bijt me elke keer als ik haar wil aaien en mijn hond doet dat nooit
A
tegenargument
B
weerlegging
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht
H4 Lezen: maak opdracht 1 en 2
Je hoeft de woordenschatopdrachten niet te maken. Ken je een woord niet? Zet in je woordenlijst!
Klaar? Kijk na (via teams bestanden) + geef op de volgende slide aan
welke vragen je wilt bespreken.
timer
20:00
Slide 7 - Tekstslide
welke vragen bespreken? kies er 2.
Slide 8 - Woordweb
Huiswerk 20 mei
Lezen H4
opdracht 1 t/m 4 maken + nakijken (antwoorden via teams)
Bijhouden Woordenlijst
10 woorden bij P3
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Opdracht
Maak opdracht 3 van Lezen H4.
Dit doe je in je fysieke boek + schrift.
We bespreken het straks.
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Opdracht
H4 Lezen: maak opdracht 4
Je hoeft de woordenschatopdrachten niet te maken. Ken je een woord niet? Zet in je woordenboek!