Vercingetorix standplaatsgebondenheid

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5,6

Vercingetorix

• Gallische (Averni) stamleider die in 52 v.C. een Gallische stammenopstand organiseerde tegen Julius Caesar. 
• aanvankelijk succesvol, uiteindelijk verslagen en in triomf door Rome gevoerd en gedood. 
• afbeelding Romeinse munt. 

welke kenmerkende aspecten uit het tweede tijdvak komen in de bron tot uiting?

Visies op Vercingetorix

verhalen over gebeurtenissen of personen uit het verleden worden beschreven vanuit de visie van de verteller. De visie wordt beïnvloed door haar omgeving, opleiding, politieke voorkeur, gender, maar ook haar tijd en de kenmerkende aspecten daarvan. 

Elke verhalenverteller is standplaats gebonden. 

Deze les is een oefening in standplaatsgebondenheid met als voorbeeld de visies op Vercingetorix

Vercingétorix als stamvader van het Franse volk (voorheen Clovis, de eerste Christelijke koning der Franken)

De Franse geschiedenis begint bij de Galliërs

"wij zijn de zoons van de mannen van de derde stand, die was voortgekomen uit de stedelijke gemeenschappen, die het toevluchtsoord van de horigen waren geweest; de horigen waren de overwonnenen van de verovering van Gallië door de Franken"

"wij zijn de zoons van de mannen van de derde stand, die was voortgekomen uit de stedelijke gemeenschappen, die het toevluchtsoord van de horigen waren geweest; de horigen waren de overwonnenen van de verovering van Gallië door de Franken"

Bij welk kenmerkend aspect van de Tijd van Pruiken en Revoluties past de visie?

1. Verlichting
2. Democratische Revoluties
3. voortbestaan van het Ancien Régime
4. uitbouw Europese overheersing plantage-economie en slavernij

Vercingétorix was de onverzettelijke held die een glorieuze nederlaag leed tegen Caesar bij Alesia, net als de Fransen bij Sedan tegen Bismarck.
Hij verloor de strijd met behoud van zelfrespect en eer.
Bij welk KA uit de tijd van burgers en stoommachines past deze visie?

1. Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme
2. Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme
3. Opkomst van de politiek-maatschappelijke stromingen: socialisme
4. De opkomst van emancipatiebewegingen

Vercingétorix was de onverzettelijke held die een glorieuze nederlaag leed tegen Caesar bij Alesia, net als de Fransen bij Sedan tegen Bismarck.
Hij verloor de strijd met behoud van zelfrespect en eer.
Bij welk KA uit de tijd van burgers en stoommachines past deze visie?
leg je antwoord uit

Vercingetorix' verlies had een goed gevolg.

Deze visie gaat uit van de tegenstelling tussen Fransen en Duitsers: 

Galliërs en Germanen: goed en kwaad. 

Het is een zegen dat Caesar Gallië heeft verslagen, omdat dit hen de Germaanse overheersing heeft bespaard. 

(Eigenlijk dezelfde redenering die Caesar gebruikt in zijn boek De Bello Gallico)

Het is een zegen dat Caesar Gallië heeft verslagen, omdat dit hen de Germaanse overheersing heeft bespaard.

Bij welk KA uit de tijd van wereldoorlogen past deze visie op Vercingetorix het best?

1. totalitaire ideologieën: communisme en nationaalsocialisme
2. moderne propaganda- en communicatiemiddelen
3. Het voeren van twee wereldoorlogen
4. De Duitse bezetting van Nederland

standbeeld Vercingetorix

1852,  bij het oude Alesia

Populistische keizer Napoleon III liet dit standbeeld maken naar zijn eigen staatsieportret. 

op welke politiek-maatschappelijke stroming sluit deze propaganda aan?

1. socialisme
2. confessionalisme
3. modern imperialisme
4. nationalisme

Wat heb je geleerd over standplaatsgebondenheid?

extra voorbeeld

Vercingétorix is het voorbeeld van verzet tegen een invasie van vreemdelingen (net als ooit de Romeinen). 

In 1990 hield Jean Marie le Pen, de leider van de nationalistische en extreem rechtse partij Front National, een toespraak op de site van het oude Alesia. 

bij welk Kenmerkend Aspect van tijdvak 10 past de visie van Le Pen het best?

1. verdeling van de wereld in twee ideologische blokken
2. pluriforme en multiculturele samenlevingen
3. ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen
4. De eenwording van Europa