T2 Wat weet je nog?
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Eicellen en zaadcellen zijn
A
lichaamscellen
B
geslachtscellen
Slide 2 - Quizvraag
Een lichaamscel van een mens bevat
A
23 chromosomen
B
46 chromosomen
Slide 3 - Quizvraag
Een geslachtscel bevat
A
23 chromosomen
B
46 chromosomen
Slide 4 - Quizvraag
In een geslachtscel komen de chromosomen in paren voor.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
De helft van de chromosomen van een meisje komen van de moeder.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Bij geslachtelijke voorplanting zijn de erfelijke eigenschappen
A
anders dan die van de ouders
B
hetzelfde als die van de ouders
Slide 7 - Quizvraag
Een ader vervoert bloed
A
naar het hart
B
van het hart af
Slide 8 - Quizvraag
Uitwisseling van stoffen tussen bloed en cellen gebeurt in
A
aders
B
haarvaten
C
slagaders
D
lymfeknopen
Slide 9 - Quizvraag
Aids wordt veroorzaakt door hiv. Hiv is een...
A
schimmel
B
bacterie
C
virus
Slide 10 - Quizvraag
Welke is geen secundair geslachtskenmerk van een man?
A
baardgroei
B
balzak
C
lagere stem
