Werkwoordspelling

Jan (beloven) op tijd te komen.
Is beloven de pv?
A
ja
B
nee
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Jan (beloven) op tijd te komen.
Is beloven de pv?
A
ja
B
nee

Slide 1 - Quizvraag

Jan (beloven) op tijd te komen
A
beloofd
B
belooft
C
beloofdt

Slide 2 - Quizvraag

Jan heeft aan Christine (beloven) om op tijd te komen.
Is beloven de pv?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Jan heeft dat gisteren aan Christine (beloven).
A
beloofd
B
belooft
C
beloofdt

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel pv's zitten er in deze zin?
Het (verbazen) me dat je hem niet (vertrouwen).
A
Geen
B
Eén
C
Twee
D
Drie

Slide 5 - Quizvraag

Het (verbazen) me dat je hem niet (vertrouwen).
A
verbaasT, vertrouwT
B
verbaasD, vertrouwD
C
verbaasD, vertrouwT
D
verbaasT, VertrouwD

Slide 6 - Quizvraag

Pim (wachten) op het perron (verleden tijd).
A
wachte
B
wachtte
C
wachtde

Slide 7 - Quizvraag

Pim en Jan (wachten) op het perron (verleden tijd)
A
wachte
B
wachtte
C
wachten
D
wachtten

Slide 8 - Quizvraag

Pim (krabben) zich aan zijn voorhoofd (tegenwoordige en verleden tijd)
A
krabt, krabte
B
krabt, krabde
C
krabd, krabte
D
krabd, krabde

Slide 9 - Quizvraag

Julia (showen) haar nieuwe jurk.
A
showet
B
showed
C
showt
D
showd

Slide 10 - Quizvraag

Peter (skypen) met Erik.
A
skypet
B
skyped
C
skypt
D
skypd

Slide 11 - Quizvraag

Peter heeft met Erik (skypen)
A
geskypt
B
geskypd
C
geskypet
D
gespkyped

Slide 12 - Quizvraag

(Worden) eens wakker!
A
Word
B
Wort
C
Wordt

Slide 13 - Quizvraag

Gebiedende wijs
Een zin staat in de "gebiedende wijs" als er een bevel (= een opdracht/boodschap) in de zin staat en er geen onderwerp in die zin staat. Je schrijft het werkwoord in de ik-vorm (= de stam) als de zin in gebiedende wijs staat.

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeelden:
Was je handen!
Kom naar huis!
Loop eens door!
Word nu lid!

Slide 15 - Tekstslide

(Braden) een kip!
A
braad
B
braat
C
braadt

Slide 16 - Quizvraag