Les 3 Het product

Marketing Les 3: Product
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingSecondary Education

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Marketing Les 3: Product

Slide 1 - Tekstslide

Na deze les
...... weet je dat het product uit 2 elementen bestaat
....... kun je 3 producteigenschappen opnoemen
......weet je de betekenis van assortiment
.....3 goederen herkennen
......leer je over de 20-80 regel
........krijg je inzicht over de assortimentsverandering

Slide 2 - Tekstslide

Even terugblikken naar vorige week

Slide 3 - Tekstslide

Welke van onderstaande is geen factor voor de keuze van de fysieke vestigingsplaats?
A
Kosten
B
De aanwezigheid van concurrentie
C
De aanwezigheid van concurrentie
D
Dichtbij het moederbedrijf

Slide 4 - Quizvraag

Als je een optreden van Buleria wenst, kun je dit alleen via Elite reserveren. Hier praten we over:
A
Duale distributie
B
Indirecte distributie
C
Directe distributie

Slide 5 - Quizvraag

Een nadeel van een webwinkel is dat mensen toch liever persoonlijk contact willen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Tastbaar 
  • Entree
  • Producten
  • Toiletten
  • Horeca

Ontastbaar
  • Beleving
  • Gastvriendelijkheid
  • Vakmanschap
  • Kwaliteitsbewustzijn
  • Verantwoordelijkheid t.a.v. milieu


Slide 8 - Tekstslide

Elk product kent 3 eigenschappen:
  1. Fysieke eigenschappen
  2. Toegevoegde eigenschappen
  3. Afgeleide eigenschappen

+

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Toegevoegde eigenschap
Afgeleide eigenschap
Fysieke eigenschap
Kim Kardashian heeft ook de nieuwste Apple watch
De kleren bij Keke Megamart zijn goedkoop
De meubels die verkocht worden bij Crown

Slide 11 - Sleepvraag

Assortiment
Het geheel van min of meer aan elkaar verwante producten die door een ondernemer ter verkoop worden aangeboden. 

Slide 12 - Tekstslide

Soorten goederen




Convenience goods       Shopping goods        Specialty goods





Slide 13 - Tekstslide

Een nieuwe spijkerbroek kopen op www.amazon.com behoort tot:
A
Shopping goods
B
Specialty goods
C
Convenience goods

Slide 14 - Quizvraag

Een huis is een specialty good omdat je er niet veel inspanning moet inleveren en de prijs is ook niet zo hoog.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Kernassortiment
De belangrijkste artikelgroep van de zaak. Bijvoorbeeld: een supermarkt verkoopt hoofdzakelijk levensmiddelen, maar je kunt af en toe ook elektronica vinden. 

Slide 16 - Tekstslide

20-80 regel:
Een beperkt deel van het assortiment (20%) zorgt voor het grootste deel van de omzet. 

Slide 17 - Tekstslide

Soms brengen winkels verandering in hun assortiment. Noem 1 mogelijke reden op.

Slide 18 - Open vraag

Assortimentverandering:
  1. Winstmarge verhogen
  2. Imagoverandering: trading-up en trading-down
  3. Concurrentiepositie: specialisatie, parallellisatie/branchevervaging

Slide 19 - Tekstslide

Opgave 5.01
Atwoord 5.01

Slide 20 - Tekstslide

Opgave 5.02
Antwoord 5.02

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 5.03
Antwoord 5.03

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 5.06
Antwoord 5.06

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 5.07
Antwoord 5.07

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 5.08
Antwoord 5.08

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide