Introductie op het vak geschiedenis

Introductie op het vak geschiedenis

Jaar 1 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie op het vak geschiedenis

Jaar 1 

Slide 1 - Tekstslide

Vind je geschiedenis leuk?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 2 - Quizvraag

Bij het vak geschiedenis denk ik aan...

Slide 3 - Woordweb

Welk onderwerp lijkt je leuk?

Slide 4 - Woordweb

Welk onderwerp lijkt je minder leuk?

Slide 5 - Woordweb

Waarom geschiedenis?
  • Geschiedenis geeft je een idee over wie je bent.
  • Geschiedenis helpt om de wereld te begrijpen.
  • Geschiedenis leert je afvragen wat waar is in het verleden.
  • Geschiedenis leert je af te vragen waarom iemand een bepaalde mening heeft.
  • Geschiedenis laat je nadenken over wat goed of slecht is om te doen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe leren we over het verleden?
  • Bronnen: informatie over het verleden

  • Archeologische overblijfselen  
  • Geschreven en  ongeschreven bronnen
  • Gesproken bronnen

Slide 7 - Tekstslide

Prehistorie

  • Pre = voor

  • Tijd vóór dat mensen konden schrijven 

  • Historie = geschreven geschiedenis

Slide 8 - Tekstslide

Prehistorie
  • De prehistorie eindigt niet overal ter wereld op hetzelfde moment! Waarom?

  • Als een volk een schrift ontwikkelt dan begint voor dat volk de historie en eindigt de prehistorie.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Tijdbalk 
  • Jaartelling --> Christelijke jaartelling 
        
  • Voor Christus (v.C.) en Na Christus (n.C.)

Slide 11 - Tekstslide

Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 12 - Tekstslide

Soms hebben jaren samen een aparte naam:

- decennium  (10 jaar)
- eeuw (100 jaar)
- millennium (1000)

Slide 13 - Tekstslide

Een eeuw duurt 100 jaar. 
De 1e eeuw loopt van het jaar 1 tot 99. 
De 2e eeuw loopt van het jaar 100 tot 199. 
De 3e eeuw loopt van het jaar 200 tot 299. 
De 16e eeuw loopt van jaar 1500 tot 1599. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De tien tijdvakken
  • Bedacht voor het onderwijs

  • Beginnen allemaal met:
    "De tijd van..."

  • Zijn niet allemaal even lang: sommige zijn meer dan 1000 jaar, andere maar 50 jaar.

  • Er is gekeken naar kenmerken: "Waaraan kun je ze herkennen?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat weet je al over historische
bronnen?

Slide 19 - Woordweb

Geschreven bronnen
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen
  • Dagboeken 
  • Tijdschriften
  • Biografie


Slide 20 - Tekstslide

Ongeschreven/tastbare  bronnen
  • Grotschilderingen
  • Speerpunten
  • Bodemlagen
  • Graven
  • Munten
  • ....niet schrikken

Slide 21 - Tekstslide

Julius Caesar is geboren in 100 v. Chr. en is gestorven op 44 v. Chr. Hoe oud werd hij?
A
144 jaar
B
54 jaar
C
56 jaar
D
66 jaar

Slide 22 - Quizvraag

Julius Caesar is geboren in 1451 n. Chr. en is gestorven op 1506 n. Chr. Hoe oud werd hij?
A
45 jaar
B
55 jaar
C
65 jaar
D
75 jaar

Slide 23 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 24 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 25 - Quizvraag

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 26 - Quizvraag

Bronnen uit de prehistorie zijn altijd alleen ongeschreven bronnen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Historische bronnen zijn alleen historische bronnen als het een geschreven bron is?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor werk doet een archeoloog?
A
Bestudeert geschreven bronnen.
B
Doet opgravingen en reconstrueert.
C
Bestudeert botten.
D
Bestudeert dieren.

Slide 29 - Quizvraag

Een tijdvak is ....
A
Een eeuw uit de geschiedenis
B
Een periode uit de geschiedenis
C
Een ander woordvoor tijbalk
D
De chronologische volgorde

Slide 30 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord.
De prehistorie is:
A
de periode voor het begin van onze jaartelling.
B
de periode voor er mensen leefden.
C
de periode voor de uitvinding van het schrift.
D
de periode na de uitvinding van het schrift.

Slide 31 - Quizvraag

Hoe noem je een periode van 10 jaar?
A
Millenium
B
Een eeuw
C
Een halve eeuw
D
Een decennium

Slide 32 - Quizvraag