Klas 3 KBL/BBL/GTL - Hoofdstuk 2, Paragraaf 10

Paragraaf 10: Zon, Water en Wind
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 10: Zon, Water en Wind

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je weten
     Je kunt de mogelijkheden van zon, water en wind als energiebronnen vergelijken met andere energiebronnen.

    Je kunt beschrijven en verklaren waar zon, water en wind als energiebronnen het best toegepast kunnen worden.

Slide 2 - Tekstslide

Superschone energie
1. Zonne-energie
2. Windenergie
3. Hydro-elektriciteit
= Energie die wordt opgewekt uit waterkracht.

Geen broeikasgassen en onuitputbaar.
Maar ook nadelen..

Slide 3 - Tekstslide

Waterkracht
Waterkrachtcentrales werken met een stuwmeer.

= Een aangelegd meer bij een waterkrachtcentrale, waarin water wordt opgeslagen.

Slide 4 - Tekstslide

Waterkracht
Tegenwoordig ook getijdencentrales.

= Elektriciteitscentrale waarin de kracht van de stroming van eb en vloed wordt gebruikt om energie op te wekken.

Slide 5 - Tekstslide

Zonder dam
Met dam

Slide 6 - Tekstslide

Concurrentie
 concurrentie om de ruimte
= wanneer ruimte die gebruikt zou worden voor landbouw/woningbouw gebruikt wordt voor duurzame elektriciteitscentrales.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waarom werken de duurzame energiebronnen niet altijd?

Slide 9 - Open vraag

Wat kan een nadeel zijn van een centrale zonder dam?

Slide 10 - Open vraag