2 vmbo-bk 5.3 Erfelijkheid en evolutie: Variatie in genotypen

MAKEN GEWISTE OPDRACHTEN 5.1 & 5.2
KLAAR? TEST JEZELF (5.1/5.2) + LEZEN 5.3
timer
3:30
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MAKEN GEWISTE OPDRACHTEN 5.1 & 5.2
KLAAR? TEST JEZELF (5.1/5.2) + LEZEN 5.3
timer
3:30

Slide 1 - Tekstslide

Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
5.3 Variatie in genotypen

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
- herhaling vorige les: 5.2 Chromosomen en genen (5 min)
- leerdoelen vandaag (2 min)
- nieuwe theorie: 5.3 Variatie in genotypen (15 min)
- zelf aan de slag 

Slide 3 - Tekstslide

heeft een lichaamscel van een mens 46 chromosomen?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

hoeveel chromosomen zitten er in de kern van een eicel van de mens
A
15
B
23
C
30
D
46

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een gen?
A
De informatie voor alle erfelijke eigenschappen
B
Alle zichtbare eigenschappen
C
Een deel van een chromosoom met informatie voor één eigenschap.
D
Een chromosoom in de celkern met erfelijke informatie.

Slide 6 - Quizvraag

verandert bij celdeling de informatie voor erfelijke eigenschappen?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

John heeft veel getraind. Zijn spieren zijn dikker geworden. Wat is er bij John veranderd?
A
alleen zijn fenotype
B
alleen zijn genotype
C
zowel zijn genotype als fenotype

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:

- kun je omschrijven dat door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
- kun je omschrijven wat een mutatie is.

Slide 10 - Tekstslide

Inleiding
In een lichaamscel komen chromosomen in paren voor.
Een geslachtscel bevat enkelvoudige chromosomen.

Welke dat zijn, hangt af van het toeval.

Slide 11 - Tekstslide

In de afbeelding links zie je 3 meisjes.
De haarvorm is bij de meisjes verschillend (steil, krullend en golvend).

De haarvorm is een erfelijke eigenschap.

Bij mensen komt in elke lichaamscel een genenpaar voor dat de informatie bevat voor de haarvorm.

Slide 12 - Tekstslide

Soms is de eigenschap van de moeder te zien en soms die van de vader. Je kunt dan de kleur ogen van je moeder hebben en de kleur haar van je vader. 

Hierdoor lijken kinderen op hun moeder en hun vader.

Slide 13 - Tekstslide

mutatie
DNA kan beschadigd raken, bijvoorbeeld bij de celdeling of door straling -> verandert de informatie voor een erfelijke eigenschap.
Mutatie = zijn 1 of meer genen gemuteerd (veranderd).

Slide 14 - Tekstslide

Straling en chemische stoffen zijn voorbeelden van mutagene invloeden.

Mutageen betekent dat het een mutatie kan veroorzaken.

Slide 15 - Tekstslide

5.3 Variatie in genotypen
Soms vinden mutaties plaats in genen die de celdeling regelen. Hierdoor kan een cel zich ongeremd gaan delen. Er ontstaat dan een gezwel of tumor.

Sommige tumoren groeien langzaam en zijn niet ernstig. Maar er zijn ook tumoren waarbij de cellen zich snel delen en de tumor hard groeit. Dit heet kanker.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

5.3 Variatie in genotypen
Cellen van de tumor kunnen terechtkomen in het bloed.
Deze cellen worden meegevoerd en komen in andere lichaamsdelen terecht.
Daar ontstaan dan weer nieuwe tumoren.
Dit heet uitzaaiing.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

5.3 variatie in genotypen
Mutagene invloeden kunnen ook kankerverwekkend zijn.

Teveel uv-straling van de zon op de huid bijvoorbeeld vergroot de kans op huidkanker.
Stoffen in sigarettenrook vergroten de kans op longkanker.

Slide 20 - Tekstslide

VRAGEN??

Slide 21 - Tekstslide

zelf aan de slag
Invulopdracht 

5.3 Variatie in genotypen: lees de tekst en maak de opdrachten:

Opdracht 1 t/m 8 
Klaar? 
Test jezelf 5.3

Slide 22 - Tekstslide