U3 lección 2 ¿Qué hay en el comedor?

Metas Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo a describir una casa (habitaciones, muebles...) leer ik een huis beschrijven (kamers, meubels, etc.)
2. ...aprendo a usar 'hay' y 'no hay' leer ik zinnen maken met 'er is/zijn' en 'er is/zijn geen'


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Metas Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo a describir una casa (habitaciones, muebles...) leer ik een huis beschrijven (kamers, meubels, etc.)
2. ...aprendo a usar 'hay' y 'no hay' leer ik zinnen maken met 'er is/zijn' en 'er is/zijn geen'


Slide 1 - Tekstslide

¿Qué hay en el comedor? (LT 55)
Ejercicio 4

Bekijk de plattegrond op LT p 55. Vergelijk het met de advertentie en koppel de ruimtes aan de nummers. 

Slide 2 - Tekstslide

Hay Er is / Er zijn
  • Het woord hay betekent er is / er zijn 
    (er staat / er staan/ er ligt / er liggen)
  • Het verandert nooit van vorm!
  • Erachter komt een 'onbepaald onderwerp', dus woorden zoals un/una, dos, tres, mucho, poco
  • Kan niet gebruikt worden met de bepaalde lidwoorden el/la/los/las           Hay la una cama en el dormitorio.

Slide 3 - Tekstslide

Traduce Vertaal
  1. Er is een keuken.
  2. Er is geen zwembad.
  3. Er zijn twee ramen.
  4. Er is een slaapkamer.
  5. In de slaapkamer zijn twee bedden.
  6. Er zijn niet veel stoelen in de woonkamer.     
timer
6:00

Slide 4 - Tekstslide

Describir una casa
Beschrijf dit huis zo uitgebreid mogelijk. Noem bijvoorbeeld:
Is het groot/klein?
Hoeveel ramen zijn er?
Hoeveel kamers zijn er?
Wat voor kamers?
Welke meubels zijn er?
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Deberes Huiswerk
- maken en nakijken: LE p 57-58 ejs 11,12,13
- leren: LT p 131 blokjes Pisos y casas & 
¿Qué hay en el comedor?
- leren: LT p 58 blokje B

Slide 6 - Tekstslide

Metas Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ...practico el vocabulario para describir la casa oefen ik de woordenschat voor het beschrijven van het huis

Slide 7 - Tekstslide

la lámpara
la pared
el sofá
el armario
el horno

Slide 8 - Sleepvraag

una puerta
una planta
un sillón
el suelo
una mesita
la estantería
un cuadro

Slide 9 - Sleepvraag

el reloj
el pan
una silla
el microondas
la ventana
la fruta
una ensalada 
la basura

Slide 10 - Sleepvraag

Deberes Huiswerk
- herhalen: LT p 131 blokjes Pisos y casas & 
¿Qué hay en el comedor?
- herhalen: LT p 58 blokje B
+ la tarea práctica

Slide 11 - Tekstslide