Bepaald hoofdtelwoord (je weet precies hoeveel):
één, twee, vijf, tien, vijftig, honderd, duizend, honderdduizend, miljoen...
Onbepaald hoofdtelwoord (je weet niet hoeveel):
weinig, minder, minst, veel, meer, meest, enkele, enige, alle, zoveel, sommige…
Met deze laatste vorm gaan wij ons nu bezighouden!