Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Mens en maatschappij
Hoofdstuk 2
Plantages en Slavenwerk
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je meer over plantages en wat daar verbouwd werd
Aan het eind van deze les ken je het begrip slavernij
Aan het eind van deze les weet je meer over het abolitionisme
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik 2.1
Vorige week heb je uitleg gehad over 2.1: klimaten en plantengroei
Door middel van een aantal vragen blikken we op deze cursus terug
Slide 3 - Tekstslide
Temperatuur, neerslag en zonneschijn voor een korte periode noem je:
A
Weer
B
Neerslag
Slide 4 - Quizvraag
Regen, sneeuw, hagel en mist noem je:
A
Weer
B
Neerslag
C
Klimaat
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Welk klimaten komen vooral rond de evenaar voor?
A
Droge klimaten
B
Koude klimaten
C
Tropische klimaten
D
Zeeklimaten
Slide 7 - Quizvraag
Noem de vijf klimaatgebieden
Slide 8 - Open vraag
De plantenzone met bomen die hun blad in de herfst verliezen noem je?
A
Loofbos
B
Naaldbos
C
Toendra
Slide 9 - Quizvraag
Op een vlakte groeien alleen wat struiken, gras en mos. Dit noem je?
A
Steppe
B
Toendra
C
Naaldbos
Slide 10 - Quizvraag
Plantages en Kolonialisme
In 1700 kreeg Nederland de macht in Suriname: het was één van de kolonies.
Langs de rivieren van Suriname waren stukken tropisch regenwoud gekapt voor de aanleg van grote landbouwbedrijven: plantages.
Hier werden producten als: suiker, tabak, katoen, koffie, thee en de kleurstof indigo verbouwd.
Slide 11 - Tekstslide
Plantages
Door uitbreiding werden de oorspronkelijke bewoners teruggedrongen naar de binnenlanden.
Het werk werd gedaan door slaven uit Afrika. Hetzelfde gebeurde in Britse, Franse, Spaanse en Portugese kolonies in Amerika.
Als een land heerst over een buitenlands grondgebied noem je dit kolonialisme.
Slide 12 - Tekstslide
Slavenhandel en slavenverzet
Slavernij is oorspronkelijk ontstaan in Afrika (verschillende stamhoofden)
De Europeanen kwamen en zij kochten de slaven van de Afrikaanse stamhoofden, ze werden hierbij geholpen door 'slavenvangers'.
Vanaf de 16e eeuw hebben Europese slavenhandelaren meer dan 10 miljoen slaven naar Amerika gebracht.
Slide 13 - Tekstslide
Slavenhandel
De overtocht van Afrika naar Amerika was vreselijk. mannen en vrouwen werden van elkaar gescheiden en lagen vastgeketend.
In Willemstad op de Antillen hadden de Nederlanders een slavenmarkt: hier werden slaven bijvoorbeeld doorverkocht aan Suriname.
Slaven kreeg zweepslagen of er gebeurde nog ergere dingen.
Sommige slaven sloegen op de vlucht --> binnenland
Slide 14 - Tekstslide
WIC en de driehoekshandel
Voor het transport van de plantageproducten en de slaven werd de West-Indische Compagnie (WIC) opgericht.
De WIC leek op de VOC, maar deze schepen gingen naar westen i.p.v. het oosten.
Vanuit Nederland werden kostbare spullen als wapens en textiel meegenomen.
Slide 15 - Tekstslide
Driehoekshandel
De goederen die Nederland meegaf op de boten, werd in West-Afrika geruild tegen slaven. Deze slaven werd verscheept naar de Antillen en Suriname.
Vanuit Amerika vervoerden de
schepen producten als: koffie, suiker, katoen en thee --> driehoekshandel
Slide 16 - Tekstslide
Afschaffing
Aan het eind van de 18e eeuw zetten onder andere schrijvers en journalisten zich in voor de afschaffing van de slavernij: je noemt hen: abolitionisten.
Abolitie is een ander woord voor afschaffing.
Uiteindelijk werd de slavernij verboden. In Nederlandse kolonies gebeurde dat op 1 juli 1863!
Slide 17 - Tekstslide
Keti Koti
Elk jaar wordt de afschaffing van de slavernij herdacht. Ze noemen dit Keti Koti. Dit staat voor gebroken kettingen. Ook in Nederland staan verschillende monumenten ter nagedachtenis aan de slavernij
Slide 18 - Tekstslide
Plantages lagen vooral in het binnenland
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Er zijn meer dan 10 miljoen slaven gekocht in Afrika door Europeanen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
De WIC voer met name naar het Westen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Tussen welke landen vond de driehoekshandel plaats?