H5_SK_H6.5_Week38_Les2

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Tekstslide

Weektaak
Activiteiten in de les: 
- Introductie pH berekeningen van paragraaf 6.5
Weektaak: 
- Maken opdracht 48, 50, 51, 56 t/m 58 van paragraaf 6.5

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wat het waterevenwicht is.


Slide 4 - Tekstslide

Waterevenwicht


Dit evenwicht ligt aan de kant van H2O.
De concentratie van water is ongeveer 55 mol/l.

Nut: Basische oplossingen ook uitdrukken in pH en niet in pOH

2H2O(l)H3O+(aq)+OH(aq)

Slide 5 - Tekstslide

Waterevenwicht
De concentratie van water, [H2O]
1 liter
Dichtheid = 0,9982*103 kg m-3 = 0,9982*103 gram/l
M (H2O) = 18,016 gram/mol
n (H2O) = m (H2O) / M (H2O)
n (H2O) = 0,9983*103 / 18,016 = 55,41 mol
c (H2O) = n (H2O) / Vopl = 55,41 / 1 = 55,41 mol/l

Slide 6 - Tekstslide

Waterevenwicht
[H3O+] in neutrale oplossing (pH = 7) : [H3O+] = 10-7 
[OH-] in neutrale oplossing (pOH = 7) : [OH-] = 10-7 

Slide 7 - Tekstslide

Waterevenwicht
Opdracht:

Stel de evenwichtsvoorwaarde op voor het waterevenwicht.
2H2O(l)H3O+(aq)+OH(aq)

Slide 8 - Tekstslide

Waterevenwicht
Opdracht:
Stel de evenwichtsvoorwaarde op voor het waterevenwicht.
2H2O(l)H3O+(aq)+OH(aq)
Kw=[H2O]2[H3O+][OH]

Slide 9 - Tekstslide

Waterevenwicht
[H2O] = 55,4 mol/L
[H3O+] = 0,0000001 mol/L
[OH-] = 0,0000001 mol/L

Bij evenwichten mag je de concentratie van het oplosmiddel weglaten en dat is water.
2H2O(l)H3O+(aq)+OH(aq)
Kw=[H2O]2[H3O+][OH]

Slide 10 - Tekstslide

Waterevenwicht
[H2O] = 55,4 mol/L
[H3O+] = 0,0000001 mol/L
[OH-] = 0,0000001 mol/L

Bij evenwichten mag je de concentratie van het oplosmiddel weglaten en dat is water.
2H2O(l)H3O+(aq)+OH(aq)
Kw=[H3O+][OH]

Slide 11 - Tekstslide

Waterevenwicht
[H2O] = 55,4 mol/L
[H3O+] = 0,0000001 mol/L
[OH-] = 0,0000001 mol/L

Opdracht: Bereken Kw en pKw

De pKw is de -log van Kw
Kw=[H3O+][OH]

Slide 12 - Tekstslide

Waterevenwicht
[H2O] = 55,4 mol/L
[H3O+] = 0,0000001 mol/L
[OH-] = 0,0000001 mol/L

Opdracht: Bereken Kw = 10-14 en pKw = 14


Kw=[H3O+][OH]

Slide 13 - Tekstslide

Waterevenwicht
Kw=[H3O+][OH]

Slide 14 - Tekstslide

Waterevenwicht
Dus als de pH 7 is, 
dan is de pOH 7.

Dus als de pH 8 is, 
dan is de pOH 6.

Kortom: pH = 14,0 - pOH
Kw=[H3O+][OH]

Slide 15 - Tekstslide

Er wordt 0,01 mol bariumhydroxide opgelost in 250 mL water. Wat is de pH?
A
pOH = 12,9
B
pH = 1,1
C
pOH = 1,1
D
pH = 12,9

Slide 16 - Quizvraag

Een kaliloog oplossing heeft een pH van 11,5. Wat is de concentratie OH-?
A
316 mol/L
B
0,0032 mol/L
C
3,16*10^-12
D
3,16*10^11

Slide 17 - Quizvraag

Weektaak
Activiteiten in de les: 
- Introductie pH berekeningen van paragraaf 6.5
Weektaak: 
- Maken opdracht 48, 50, 51, 56 t/m 58 van paragraaf 6.5

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wat het waterevenwicht is.


Slide 19 - Tekstslide