Rekenen: oppervlakte

Startrekenen Vooraf
H 11 oppervlakte
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startrekenen Vooraf
H 11 oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Ik kan het roostervierkantje gebruiken bij het 
bepalen van oppervlakte.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom moet ik weten hoe ik de oppervlakte bereken?

Ik wil nieuwe tegels voor mijn tuin. 
Dan moet ik eerst weten hoe groot mijn tuin is. 
Hoeveel vierkante meter? 
Als ik dat weet kan ik tegels gaan kopen. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel vierkante meter (m2)?

Slide 4 - Tekstslide

2. Welke twee figuren hebben een even grote oppervlakte?

Slide 5 - Tekstslide

3. Welk figuur heeft de 
kleinste oppervlakte?

Slide 6 - Tekstslide

2 tal
1. Welk figuur heeft de grootste oppervlakte?

Slide 7 - Tekstslide

Welk figuur heeft de kleinste oppervlakte?

Slide 8 - Tekstslide

Met je schoudermaatje
(Schrijf op je wisbordje)
3. Wat is de oppervlakte van figuur E?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van dit figuur?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van dit figuur?
6 m2

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de oppervlakte van dit figuur?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Oppervlakte
oppervlakte rechthoek = lengte x breedte


Slide 14 - Tekstslide

Oppervlakte schrijf je in...
A
meter (m)
B
kilo (kg)
C
vierkante meter (m2)
D
liter (l)

Slide 15 - Quizvraag

5m


oppervlakte?
2 m
A
10 m2
B
14 m2
C
12 m2
D
10 m

Slide 16 - Quizvraag

8 cm
4 cm
hoeveel?
......m2

Slide 17 - Tekstslide

Maken
Hoofdstuk 10 oppervlakte 
boek opdracht 12-14-15-16
en oefentoets




 

Slide 18 - Tekstslide