Writing

Preparing for your writing exam
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Preparing for your writing exam

Slide 1 - Tekstslide

Today...
  • Word order
  • How to fill in a form
  • Word translations

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Woordvolgorde

Slide 5 - Tekstslide

Woordvolgorde

Slide 6 - Tekstslide

Tijd (wanneer) kan ook aan het begin van de zin:
voor extra nadruk.
dan wordt het WANNEER, WIE, DOET, WAT, WAAR

Bijvoorbeeld: 

Next weekend I am going to a party in New York City

Yesterday I finished all of my homework at school

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Choose the sentence with the correct word order.
A
Doesn't she go in the weekends out?
B
Doesn't she go out in the weekends?

Slide 9 - Quizvraag

Correct word order:
Billy / to his friend /
five minutes ago / went
A
Billy went to his friend five minutes ago
B
Billy went five minutes ago to his friend
C
Billy five minutes ago went to his friend.
D
Five minutes ago Billy went to his friend

Slide 10 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.

Slide 11 - Quizvraag

a parking place / near the shops / they / find / rarely

Slide 12 - Open vraag

often / have / a cup of tea / they / at the hotel / in the afternoon

Slide 13 - Open vraag

Fill in a form / Wanneer vul je een formulier in?
  • Bijvoorbeeld wanneer je op vakantie bent in het buitenland en daar wil je een hotel boeken of een auto huren. 
  • Of misschien ben je ergens gevallen en moet je naar het ziekenhuis en daar vragen ze je om een formulier in te vullen.

Slide 14 - Tekstslide

Waar moet je op letten als je een formulier invult?
1. Doorlezen:
  • Lees het formulier eerst goed door, daarna pas invullen 
  • Kijk goed wat je waar moet invullen
  • Kijk goed hoe je moet antwoorden: moet je iets invullen, iets aankruisen of doorstrepen?

Slide 15 - Tekstslide

Waar moet je op letten als je een formulier invult?
2. Invullen:
  • Houd je antwoord kort (makkelijker te lezen)
  • Adres invullen:
  • In het Nederlands: Kerkstraat 12
  • Engels adres: andersom -> 12, Kerkstraat

Slide 16 - Tekstslide

(Vast) Nederlands telefoonnummer:
  • Landcode voor het telefoonnummer.
  • Vervang de eerste 0 van het nummer door 0031.
  • Bijvoorbeeld: 06-20034039, dat wordt:

                                  0031620034039

Slide 17 - Tekstslide

Arrival date = aankomstdatum
Departure date: Vertrek datum

Slide 18 - Tekstslide

Niet van toepassing:
Is een vraag niet op jou van toepassing, vul je in: N/A

Not applicable

Slide 19 - Tekstslide

Kamers = rooms
Standaard tweepersoonskamer  = Double Standard Room
Standaard éénpersoonskamer   = Single Standard Room
Luxueuze suite                            = Luxury Suite
Speciale wensen                         = special preferences
Tijd om in te checken                   = Check in time
Tijd om uit te checken                  = Check out time
Soort betaling                               = Payment type

Slide 20 - Tekstslide

In blokletters =
Please print

Slide 21 - Tekstslide

Niet verplicht:
Optional

Slide 22 - Tekstslide

Indien van toepassing:
If applicable

Slide 23 - Tekstslide

Geboortedatum:
Date of birth

Slide 24 - Tekstslide

Geslacht = Gender:
Male / Female

Slide 25 - Tekstslide

Important!!!
Als je alles hebt ingevuld: controleer alles! 

Slide 26 - Tekstslide

Fill in a form
First name: 
Last name: 
Sex  male/female  (cross out what does not apply)
Date of birth: 
Address: 
City: 
Country: 
Phone number: 


Pay attention!
Neem het formulier even door. Kijk goed of je wat moet invullen, doorstrepen of aanvinken. 

Een Nederlands adres is de straat gevolgd door huisnummer. In het Engels is dat andersom. 

Wordt de postcode niet apart gevraagd? Zet hem dan achter de straat en het huisnummer. 

Zet bij je telefoonnummer altijd de landcode: 0031673839373

Iets niet van toepassing? > N/A

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat betekent: Fill in your last name:

Slide 29 - Open vraag

Vertaal: first name:

Slide 30 - Open vraag

Vertaal: Postal code / zip code

Slide 31 - Open vraag

Which country do you live in? (In English)

Slide 32 - Open vraag

Vul in: Date of birth

Slide 33 - Open vraag

What's your nationality?

Slide 34 - Open vraag

What's your gender (sex)?

Slide 35 - Open vraag

Form
Wat vul je in bij 'country of birth'?

Slide 36 - Open vraag

Vertaal:
standaard tweepersoonskamer

A
Double standard Room
B
Single Standard Room
C
Luxury Suite
D
Tweepersoonskamer

Slide 37 - Quizvraag

Vertaal: Single Standard Room

A
Single Standard Room
B
Double Standard Room
C
Standaard tweepersoonskamer
D
Luxueuze suite

Slide 38 - Quizvraag

Vertaal: if applicable
A
Vertrekdatum
B
Niet verplicht
C
Schrijf in blokletters
D
Indien van toepassing

Slide 39 - Quizvraag