Woordenschat A1A

maandag 15 juni        A1A
- Woordenschat H6 
- Lezen H6 vandaag voor 15 uur inleveren:
          Maak opdracht 1 t/m 5 af op blz. 162-167.
          (NN online of in Google Classroom)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

maandag 15 juni        A1A
- Woordenschat H6 
- Lezen H6 vandaag voor 15 uur inleveren:
          Maak opdracht 1 t/m 5 af op blz. 162-167.
          (NN online of in Google Classroom)

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat          1 vwo

Slide 2 - Tekstslide

Je hebt geen woordenboek.
Hoe kun je de betekenis
van een moeilijk woord
achterhalen?

Slide 3 - Woordweb

woordraadstrategieën
Zoek een synoniem
Zoek een omschrijving/ definitie
Zoek een voorbeeld
Zoek een tegenstelling
Zoek een bekend woorddeel
Bekijk de afbeelding

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat H6
Bladzijde 174
opdracht 1 samen maken

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk voor vrijdag 19 juni

Blz. 174-175
Maak opdracht 1 en 2 af


Slide 6 - Tekstslide

vrijdag 19 juni        A1A

Blz. 174: 1 en 2 nakijken
Opdracht 3 maken

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1    blz. 174
  1. 1 De woorden die door de afbeeldingen verduidelijkt worden, zijn stoornis (‘flippen’) en symptomen (‘… die vlinders in je buik …’).
    1.2 
    1 kwelling: erg pijnlijke en vervelende toestand; groot ongemak
2 stoornis: geestelijke aandoening; iets wat stoort of hinderlijk is; gebrek
3 diagnose:   vaststelling van een ziekte door onderzoek
4 symptomen:   ziekteverschijnselen
5 remedie:   geneesmiddel
   

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 blz. 174
  1. 6. wederzijds:   van beide kanten; wat van beide partijen uitgaat
7 afleiding:   ontspanning; amusement; wat de aandacht afleidt
8 obsessie: dwanggedachte; iets waardoor je bijna volledig in beslag genomen wordt
9 beteugelen:   in bedwang houden; bedwingen
10 idealiseren:   mooier voorstellen dan het in werkelijkheid is


Slide 9 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1 blz. 174
  1. 1 impuls: opwelling; het op gang brengen van een ontwikkeling; ‘boost’
    12 creatief: scheppend; gezegd van mensen die makkelijk mooie of nieuwe dingen kunnen bedenken en maken 
    13 tastbaar:   concreet; duidelijk te merken of aan te tonen
14 geheid:   beslist; vast en zeker; absoluut

Slide 10 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 blz. 175
match (de)=           passende combinatie
avances=                pogingen om contact met iemand te maken, vooral met iemand op wie je verliefd bent 
appje (het)=           bericht via WhatsApp
mailtje (het)=        digitaal postbericht
daten=                     afspraakjes maken of hebben

Slide 11 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 blz. 175
au pair=                      meisje dat, vaak in het buitenland, in een gezin werkt als kinderoppas en daarvoor geen loon krijgt, maar wel kost, inwoning en omgang met de gezinsleden.
cappuccino (de)=  Italiaanse espresso met melk en melkschuim 
delicatesse(de) =   lekkernij
fake=                           nep; onecht
fakir (de) =                 oosterse monnik die slangen kan bezweren en op een spijkerbed kan liggen
   

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 blz. 175
feedback (de)=  reactie(s) van degenen op wie je je richt; kritisch commentaar op je prestaties met het doel die te verbeteren
macho (de)=        man die zich overdreven stoer gedraagt
outlet (de)=          fabriekswinkel; winkel die goedkope      massaproducten aanbiedt 
pur sang =            volbloed; echt; op-en-top
ramadan (de)=    islamitische vastenperiode

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 2 blz. 175
repertoire (het) =        alle nummers of trucs die een artiest kan uitvoeren
sale(de)=                        uitverkoop
sowieso=                        in ieder geval; hoe dan ook
statement (het) =       ferme uitspraak; krachtige bewering 
tapas (meervoud) =   verzameling kleine hapjes 

Slide 14 - Tekstslide

Woordenschat H6 

Maak opdracht 3
Lever vandaag 
opdracht 1-2-3 in 
voor 15 uur.

Slide 15 - Tekstslide

                                            maandag 

Geen Google Meet
Wel: de zomervakantiequiz in je mail
Lever je antwoorden meteen in
via Google Classroom.
Veel succes!

Slide 16 - Tekstslide