Unit 4 - Lesson 1 - Imperative, Personal Pronouns and Vocab. 4.2

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Do you remember?
What is the translation of "the Imperative"?

Slide 3 - Tekstslide

Answer:
de Gebiedende Wijs

Slide 4 - Tekstslide

How do you use the Imperative?
You want a person/people to do something:
Hele werkwoord: Drink your tea! Eat your Brussels sprouts!

You don't want a person/people to do something:
Don't + hele werkwoord: Don't drink your tea! Don't eat those Brussels sprouts!

Slide 5 - Tekstslide

Personal Pronouns
2 rijen: let op de functie in de zin!!

Slide 6 - Tekstslide

Het is onderwerp in de zin: 
I  .......   walk
You
He/she/it
we
you
they

Slide 7 - Tekstslide

Het is geen onderwerp maar lijd vp of meew vp:
She is talking to ..........me
 you
her 
him
it 
us
them


Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent "the Imperative"?
A
de Gebieedende wijs
B
de Gebiechte wijs
C
de Gebiedende weis
D
de Gebiedende wijs

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent "Personal pronouns"?
A
Persoonlijke lidwoorden
B
Bezittelijke voornaamwoorden
C
Persoonlijke voornaamwoorden
D
Persoonlijke wijs

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal: rekening

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: reserveren

Slide 12 - Open vraag

Vertaal: keuze

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: gerecht

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: hoofdgerecht

Slide 15 - Open vraag

Vertaal: cadeau

Slide 16 - Open vraag

Vertaal: delen

Slide 17 - Open vraag

Vertaal: ober

Slide 18 - Open vraag