Longblaasjes

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Deze les

Bespreken huiswerk

Uitleg over gaswisseling, bladzijde 33

Werken aan opdrachten paragraaf 1.4 

Volgende week oefentoets 

Welke organismen doen aan verbranding?

1. Dieren
2. Dieren en bacteriën
3. Dieren, schimmels en bacteriën
4. Dieren, schimmels, bacteriën en planten

Welke organellen (celonderdelen) hebben planten?

1. Mitochondriën
2. Bladgroenkorrels
3. Beide
4. Geen van beide

1. Warmbloedig
2. Koudbloedig

Noem 2 redenen waarom je beter door je neus kunt ademen.

Benoem nummers 1, 6 en 16.

Wat gaan we vandaag leren?

Vandaag gaan we leren:

Waar de uitwisseling van zuurstof en CO2 plaatsvind en welke delen daarbij betrokken zijn. 

Je weet wat de verschillen zijn tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht. 

Je weet op welke manieren je kunt ademhalen. 

Longblaasjes

Om je longblaasjes zitten hele kleine bloedvaten, haarvaten. Bloed dat naar je longen gaat heeft veel CO2 en weinig zuurstof, dit heet zuurstofarm bloed. Als het langs je longblaasjes stroomt gaat er CO2 en zuurstof in, dan word het zuurstofrijk bloed. 

Dit proces heet gaswisseling. 

Gaswisseling

Ingeademde lucht en uitgeademde lucht

Borstademhaling

Normaal gesproken doe je aan borstademhaling, dit heeft zijn naam aan de beweging die je borst maakt bij de ademhaling.

Je ademt doordat de spieren tussen je longen (tussenribspieren) samentrekken en ontspannen. 

Buikademhaling

Een andere vorm van ademhalen is buikademhaling, dit heeft zijn naam aan de beweging die je buik maakt bij de ademhaling. Je ademt doordat je middenrif op en neer gaat; dit verplaats de organen in je buik.

Aan de slag!

Huiswerk voor volgende les: opdrachten 1 tot en met 9. Je kan daar nu alvast mee aan de slag.