In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Leer de bijvoeglijke naamwoorden in het Frans
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat bijvoeglijke naamwoorden zijn en kun je ze gebruiken in het Frans.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over bijvoeglijke naamwoorden in het Frans?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
Bijvoeglijke naamwoorden geven extra informatie over een zelfstandig naamwoord, zoals grootte, kleur, vorm, etc.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat bijvoeglijke naamwoorden zijn en waarom ze belangrijk zijn in het Frans.
Voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden
Groot - grand(e) Blauw - bleu(e) Mooi - beau/belle
Slide 5 - Tekstslide
Geef enkele voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden en laat de leerlingen ze herhalen.
Geslacht van bijvoeglijke naamwoorden
In het Frans moeten bijvoeglijke naamwoorden overeenkomen met het geslacht van het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit dat bijvoeglijke naamwoorden in het Frans mannelijk of vrouwelijk kunnen zijn.
Mannelijke bijvoeglijke naamwoorden
Groot - grand Blauw - bleu Mooi - beau
Slide 7 - Tekstslide
Geef enkele voorbeelden van mannelijke bijvoeglijke naamwoorden.
Vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden
Groot - grande Blauw - bleue Mooi - belle
Slide 8 - Tekstslide
Geef enkele voorbeelden van vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden.
Uitzonderingen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben dezelfde vorm voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden, bijvoorbeeld: gentil (aardig), heureux (gelukkig), etc.
Slide 9 - Tekstslide
Leg uit dat er enkele uitzonderingen zijn op de regel dat bijvoeglijke naamwoorden overeenkomen met het geslacht van het zelfstandig naamwoord.
Meervoud
Bijvoeglijke naamwoorden moeten ook overeenkomen met het meervoud van het zelfstandig naamwoord, bijvoorbeeld: grands (groot, mannelijk meervoud), belles (mooi, vrouwelijk meervoud), etc.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit dat bijvoeglijke naamwoorden ook moeten overeenkomen met het meervoud van het zelfstandig naamwoord.
Oefeningen
Geef de leerlingen enkele oefeningen om bijvoeglijke naamwoorden te oefenen, bijvoorbeeld het beschrijven van voorwerpen in de klas.
Slide 11 - Tekstslide
Geef de leerlingen de opdracht om enkele oefeningen te maken om bijvoeglijke naamwoorden te oefenen.
Quiz
Test de kennis van de leerlingen met een quiz over bijvoeglijke naamwoorden in het Frans.
Slide 12 - Tekstslide
Maak een quiz om de kennis van de leerlingen over bijvoeglijke naamwoorden te testen.
Herhaling
Herhaal de belangrijkste punten van de les en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.
Slide 13 - Tekstslide
Herhaal de belangrijkste punten van de les en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.
Extra oefeningen
Geef de leerlingen extra oefeningen om thuis te doen om hun kennis van bijvoeglijke naamwoorden te versterken.
Slide 14 - Tekstslide
Geef de leerlingen extra oefeningen om thuis te doen om hun kennis van bijvoeglijke naamwoorden te versterken.
Einde
Bedank de leerlingen voor hun aandacht en sluit de les af.
Slide 15 - Tekstslide
Bedank de leerlingen voor hun aandacht en sluit de les af.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.