GL4: examentraining: Hoe ziet het examen eruit?

Centraal Eindexamen Nederlands

Intro: hoe ziet het examen eruit?
VMBO-GL
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Centraal Eindexamen Nederlands

Intro: hoe ziet het examen eruit?
VMBO-GL

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
- Na deze les weet je welke vragen je kunt verwachten in het eindexamen Nederlands

- Na deze les weet je wat je kunt leren voor Nederlands.

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel punten kun je ONGEVEER halen op het CE?
A
30
B
40
C
50
D
60

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel punten van je examen zijn voor de schrijfopdracht?
A
9
B
10
C
13
D
15

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel tijd krijg je voor het CE Nederlands? (zonder extra tijd)
A
100 minuten
B
120 minuten
C
200 minuten
D
150 minuten

Slide 5 - Quizvraag

Wat neem je mee naar het CE Nederlands?

Slide 6 - Woordweb

CE Lezen 

Slide 7 - Tekstslide

Disney neemt afscheid van de klassieke eigenschappen van de sprookjesprinses.

Rapunzel
afscheid disneyprinsessen
onderwerp
deelonderwerp
hoofdgedachte

Slide 8 - Sleepvraag

Tekst 3 is altijd een advertentie. Welk tekstdoel heeft een advertentie?
A
informeren
B
amuseren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 9 - Quizvraag

Welk type woorden moet je zeker leren?
A
Signaalwoorden
B
Werkwoorden
C
Verwijswoorden
D
Zelfstandige naamwoorden

Slide 10 - Quizvraag

Welke drie mogelijke schrijfopdrachten zijn er?

Slide 11 - Open vraag

Op het CE telt spelling mee.
A
Ja, maar alleen bij de schrijfopdracht
B
Nee, telt niet mee
C
Ja, in het hele CE
D
Nee, dat was vroeger wel maar nu niet meer.

Slide 12 - Quizvraag

Herhaling lezen: 
- Onderwerp 
- Deelonderwerp 
- Hoofdgedachte
- Tekstdoel 
- Signaalwoorden 
- Verwijswoorden 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst...
A
... vertelt in één woord waar de tekst over gaat.
B
... vertelt wat het belangrijkste van de tekst is.
C
... vertelt wat iemand ergens van vindt.
D
... vertelt wat waar of niet waar is.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 15 - Quizvraag

Deelonderwerpen
Inleiding
Onderwerp

Kern
Stappen: deelonderwerpen
--> tussenkopjes

Slide 16 - Tekstslide


Wat is een hoofdgedachte?
A
gedachte uit je hoofd
B
samenvatting van een tekst in één zin
C
samenvatting van een tekst
D
één zin in de tekst

Slide 17 - Quizvraag

Hoofdonderwerp en hoofdgedachte
Hoofdonderwerp: waar gaat deze tekst over?

Hoofdgedachte: wat zegt de schrijver in één zin over het onderwerp van de tekst?

Slide 18 - Tekstslide

Tekstdoelen
Welke tekstdoelen ken jij?

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn signaalwoorden? Noem een voorbeeldzin waarin je een signaalwoord gebruikt.
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 21 - Sleepvraag

Beeld en opmaak
Het beeld en de opmaak van de tekst worden bepaald door:
  • titel;
  • tussenkopjes;
  • illustraties;
  • lettertypes;
  • tekst- en alinea-indeling.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Tekstrelaties en signaalwoorden
Tekstverbanden = tekstrelaties
--> signaalwoorden!
  • oorzaak - gevolg;
  • doel - middel;
  • algemene uitspraak of bewering - voorbeeld;
  • tegenstelling
  • opsomming;
  • voorwaarde;
  • argumenten;
  • conclusie.

Slide 24 - Tekstslide

Schrijfdoel en lezers
De schrijver kan verschillende doelen hebben:
  • informatie verstrekken;
  • overtuigen;
  • een mening geven;
  • tot handelen aanzetten;
  • amuseren;
  • gevoelens oproepen/uitdrukken.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Voor wie is deze advertentie bedoeld?
A
alleen voor jonge mannen
B
voor belangstellenden voor een functie bij de landmacht
C
voor mannen en vrouwen die al in de landmacht zitten
D
voor scholieren op technische opleidingen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het voornaamste doel van deze advertentie?
A
informeren
B
amuseren
C
tot handelen aansporen
D
overtuigen

Slide 28 - Quizvraag

Feiten en meningen
Feit: echt gebeurd/echt waar/controleerbaar

Mening: wat iemand vindt/denkt/niet controleerbaar
  • zonder commentaar
  • tegenspreken
  • juistheid
  • vergelijken

Slide 29 - Tekstslide

Tekstindeling
In de meeste teksten kun je drie delen onderscheiden:
  • inleiding;
  • kern;
  • slot.

Slide 30 - Tekstslide

CE Schrijven 

Slide 31 - Tekstslide

Herhaling schrijven
- Zakelijke e-mail 
- Zakelijke brief
- Artikel 

Slide 32 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail bevat:
A
Geen adresgegevens, geen plaats/datum en wel een onderwerp
B
Wel adresgegevens, wel plaats/datum en wel een onderwerp
C
Geen adresgegevens, geen plaats/datum, geen onderwerp
D
Wel adresgegevens, wel plaats/datum en geen onderwerp

Slide 33 - Quizvraag

Waarin verschillen een zakelijke brief en een zakelijke email?

Slide 34 - Open vraag

Een zakelijk brief heeft:
A
Altijd een vaste volgorde
B
alleen een middenstuk
C
Een informeel karakter
D
Een open eind

Slide 35 - Quizvraag

Een zakelijke brief heeft een vaste opbouw. Wat schrijf je in de inleiding van een zakelijke brief?
A
Wat je van de lezer verwacht.
B
Precieze informatie.
C
De reden en het onderwerp van je brief.
D
Geen van de antwoorden is juist.

Slide 36 - Quizvraag

In de inleiding moet je de aanleiding van je e-mail of artikel schrijven. Hoe kun je beginnen? Schrijf een voorbeeld op.

Slide 37 - Open vraag

INLEIDING
KERN
SLOT
Aanleiding voor het schrijven van het artikel
Een mening over het onderwerp.
Introductie van jezelf.
Conclusie.
Een zin om de aandacht te trekken.
Feiten, cijfers, voorbeelden
Toelichting van jouw mening.
Bedanken.

Slide 38 - Sleepvraag

Ik weet welke onderdelen er in het examen voorkomen
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll