Post-impressionisme / Japanse Prent

POST-IMPRESSIONISME
1880-1905
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

POST-IMPRESSIONISME
1880-1905

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme

Slide 2 - Woordweb

Vorige week hebben we gekeken naar het impressionisme. Even een testje wat we daar nog van weten door het maken van een woordweb. 
Impressionisme 
VS 
POST - impressionisme

Slide 3 - Tekstslide

Post = na, dus nu gaan we het vandaag hebben over de stromingen NA het impressionisme.


Wanneer in 1886 de impressionisten hun laatste groepstentoonstelling houden, zijn er al verschillende kunstenaars die de stijl onvolledig vinden. Ze willen verder. 

Kunstenaars gaan op hun eigen manier verder op wat voor hen impressionisme betekent. De ene doet dit anders dan de andere en daardoor zijn gemeenschappelijke kenmerken, niet te vinden, omdat ze er allemaal verschillend uit zien. 

Wat wel overkoepeld is, is dat ze voortbouwen op het impressionisme, maar meer zoeken naar inhoud en vooral op het gebied van experimenteren met vorm en kleur. 
LEERDOELEN VAN VANDAAG:
- Je maakt kennis met Seurat, Cézanne, Gaugin en Van Gogh
- Je kan de verschillen herkennen in de post-impressionistische ontwikkelingen
- Je weet waarom de Japanse prenten invloed hebben op de post-impressionisten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme op ieders eigen manier

New York, MoMa

Cézanne, Seurat, 
Gaugin en Van Gogh

Slide 5 - Tekstslide

In 1929, de eerste tentoonstelling van het MoMa, was een tentoonstelling over Paul Cézanne, Paul Gaugin, Vincent van Gogh en Georges Seurat. Aan de hand van deze vier namen, kan je een goed beeld krijgen van allerlei soorten werken dat gemaakt werden in het post-impressionisme. 

We gaan dus ook vandaag naar deze vier mannen en hun ideeën kijken. Wat ze allemaal overeen hebben is de ontdekking van vorm en kleur. 


POINTILLISME

Slide 6 - Tekstslide

In het impressionisme hebben we eigenlijk te maken met drie bekende schilders en een groep. Deze groep is zijn de schilders die doen aan het pointillisme. 
Wat is de werkwijze van de schilders van het pointillisme?

Slide 7 - Open vraag

Zoals je eigenlijk wel kon raden bij het woord pointillisme, werken de pointillisten met puntjes. 

Slide 8 - Tekstslide

Als je bij het pointillisme met je neus op het doek staat, zal je niet veel zien. Een wirwar van stipjes misschien, maar niet meer. Pas als je achteruit gaat zie je de voorstelling. Al die felgekleurde stipjes staan precies uitgedacht naast elkaar. 

Slide 9 - Tekstslide

Als je nu dit stukje van net, van verderaf bekijkt zie je ineens een boom en een roeier. Je ziet dus dat alles in een keer samenkomt als je er verder vanaf gaat staan. 
Baders bij Asnières,

Georges Seurat, 

1884

200 x 300 cm

Slide 10 - Tekstslide

Het pointillisme is weer een apart gevalletje binnen het post impressionisme. 

Ze werken met alledaagse taferelen, maar hebben niet als doel het vluchtige van het moment vast te leggen. Ze werken weer in een atelier, want doeken van 3 bij 2 meter zijn lastig mee te nemen. Wel maken ze eerst een aantal studies, maar het echt schilderen gebeurt in het atelier. 

Suerat wilde het blijvende van een moment vastleggen, dus zoveel mogelijk momenten in een werk vastleggen. 

Wat hen voornamelijk wel interesseert is de werking van kleur. 

Informatie over dit schilderij:
De personen op dit schilderij zijn een groep arbeiders, genietend van de zon, die op een vrije dag de drukte van de stad ontvluchtten. Op de achtergrond zien we een spoorburg en fabrieken. We zien een bootje met mensen op weg naar schaduw. Iedereen, behalve het jongetje met de rode muts, is verzonken in eigen gedachtes en daardoor hangt er een sfeer van rust.


Zondagmiddag op het La-Grande-Jatte-eiland,

Georges Seurat, 

1886

200 x 300 cm

Slide 11 - Tekstslide

Seurat gebruikte onvermengde kleuren naast elkaar, waarschijnlijk vanuit de gedachte, dat al die puntjes verf van primaire kleuren een levendiger effect zouden veroorzaken dan het mengen van kleuren. Deze werkwijze creëert echter een bijzonder soort 'mist'.

Dit schilderij is het bekendste schilderij van Seurat. 

Informatie over het schilderij:
Het schilderij beeldt het eiland La Grande Jatte af op een zomermiddag in de jaren tachtig van de negentiende eeuw. La Grande Jatte was toen een groen eiland in de Seine, waar de rijken van de stad in het weekend genoten van hun vrije tijd. La Grande Jatte stond eveneens bekend om de prostitutie. Aangezien prostitutie in het Parijs van die tijd verboden was, moesten de prostituees inventieve manieren bedenken om aan klanten te komen. Zo zien we hier een vrouw vissen oftewel hengelen naar "klandizie". 

Er wordt ook wel gezegd dat dit schilderij een tweeluik is met het vorige schilderij van de arbeiders. 

Slide 12 - Tekstslide

De pointillisten zijn dus vooral geïnteresseerd in de werking van kleur. De kunstenaars van het pointillisme, doen zoals de naam al doet vermoeden, alles met stipjes. Kleuren worden zonder te mengen in allerlei stipjes naast elkaar gezet, waardoor als je er van veraf staat de kleuren gaan mengen. Het menselijke oog kan van verder af de losse stipjes niet meer onderscheiden. Al die kleine kleurvlakjes worden op een afstandje een en zie een geheel. Dit heet optisch mengen. 

Je kan wel bedenken dat deze manier niet echt de manier is om het vluchtige van het moment vast te leggen, net als bij bijvoorbeeld Monet. Op formaten waar je u tegen zegt, heel veel stipjes zetten. 

Doordat er allemaal stipjes naast elkaar zijn gezet, zijn er net als bij de impressionisten, niet strakke lijnen en wordt het wat diffuus (je kan niet duidelijk kleurvlakken onderscheiden)

Door het zetten van stipjes naast elkaar, kan je veel bereiken door kleurcontrasten. 
Noem een voorbeeld van een complementair kleurcontrast

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Door het zetten van stipjes naast elkaar, kan je veel bereiken door kleurcontrasten. 

Hij maakt veel gebruikt van complementaire kleurcontrasten. Door deze kleuren naast elkaar te zetten, komt de ene kleur er nog beter uit. 
Noem een complementair kleurcontrast dat voorkomt in dit schilderij en waar deze te vinden is?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit leid je af dat het een warme dag is? Noem een aspect van de vormgeving

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

PAUL CÉZANNE

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mont Saint-Victorie

Slide 18 - Tekstslide

Cézanne tekent honderden keren de berg dichtbij zijn huis. Elke keer zal je zien dat hij weer een beetje anders is. Hij probeerde uit de vormen en kleuren van de natuur de diepere betekenis van de natuur te ontcijferen. 

Hij is opzoek naar de vereenvoudiging van de vorm > zoeken naar een ordering in de natuur > geometrisch
De keukentafel, Paul Cézanne, 1888 - 1890

Slide 19 - Tekstslide

Hij overtreedt heel bewust de academische regels door meerdere standpunten te gebruiken in een schilderij. Wat je met je ogen ziet, verandert immers met de beweging van je hoofd. 

Cézanne probeert de wereld om zich heen te vangen in geometrische vormen. Hij bouwt zijn voorstellingen op in transparante verfstreken en geometrische vormen. Hij zoekt de wiskunde in de natuur op. Elke vorm is terug te brengen naar een cilinder, kegel of kubus.

Hij wordt de grondlegger gezien van het kubisme, een stroming die nog voorbij gaat komen. 

Slide 20 - Tekstslide

Leuk feitje is dat appels zijn favoriete voorwerpen waren om te schilderen en daarom zal je veel in zijn stillevens appels tegen komen. 
PAUL GAUGIN

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hij werkt vanuit zijn herinnering en wil het onzichtbare weergeven. 

Slide 22 - Tekstslide

Gaugin haalde inspiratie uit impressionistische kunst, werken van Cézanne, Egyptische hiërogliefen en Japanse houtsnedes. 

Hij werkt in plaats van kijken naar de werkelijkheid, werkt hij vanuit zijn herinnering en verdeling. Hij wil het onzichtbare weergeven. Stemming en gevoelens bij een werk. 
Visioen na de preek, 

Paul Gauguin, 

1888

Slide 23 - Tekstslide

Visioen na de preek is een voorbeeld van Gaugins vernieuwende manier van werken en de oorspronkelijkheid die hij wil vastleggen. Links en onder zie je de Bretonse boerinnen, te herkennen aan hun kapjes. In de linkerbovenhoek loopt een koe en rechtsonder zie je nog net het hoofd van een priester die wat wegheeft van Gaugin zelf. Het beeld wordt door de boom diagonaal in tweeën gesplitst. Rechts daarvan zie je een engel in gevecht met Jacob, een verhaal uit de bijbel. De achtergrond is een rood vlak. Visioen na de preek is meer dan alleen een verbeelding van boerinnen. Hij zegt er zelf over: voor mij bestaan het landschap en de strijd op dit schilderij alleen in de verbeelding van de biddende mensen, als gevolg van de preek. Daarom is er een contrast tussen de echte mensen en de strijd in dit naturalistische en onevenwichtige landschap.

Slide 24 - Tekstslide

Toch is natuur niet onbelangrijk, want hij zoekt naar het aardse paradijs. Hij wil dit vastleggen op zijn schilderijen. De wereld, maar dan nog niet aangetast. Deze ongeschonden omgeving gaat hij zoeken in het landelijke Bretagne en in Tahiti. 

De Europeanen zagen deze onschonden omgeving als een omgeving waar mensen nog in harmonie leven met de natuur. Ze zagen deze mensen nog steeds als primitief, of ook wel als 'nobele' wilden. Een beeld dat is geïnspireerd door de racistische ideeën over niet-Europeanen. 

Slide 25 - Tekstslide

Hij is de eerste die in zijn werk duidelijk uitdrukking geeft aan zijn persoonlijke interpretatie van gevoelens bij een onderwerp. Hij werkt met felgekleurde vlakken, vervormingen, scherpe omlijningen en schematische ruimteaanduidingen.
W


Waar komen we vandaan? Wat zijn we? Waar gaan we heen?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VINCENT VAN GOGH

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Van Gogh is een naam, die jullie allemaal wel kennen, hoop ik ;)

Hij voelt zich verbonden met de arme bevolking en schildert het platteland, de boeren en hun dagelijkse leven. 
De Aardappeleters,

Vincent van Gogh

1885

Slide 29 - Tekstslide

Van Gogh komt uit Brabant. De schilderijen die hij maakt in Brabant zijn allemaal een beetje somber en donker. Hij probeert de eenvoudige, harde schoonheid van het plattelandsleven te verbeelden. Een gaslampje is de enige lichtbron. 

Je ziet duidelijk een losse toets in dit schilderijen met duidelijke contouren. 
De Aardappeleters,

Vincent van Gogh

1885

Slide 30 - Tekstslide

Van Gogh komt uit Brabant. De schilderijen die hij maakt in Brabant zijn allemaal een beetje somber en donker. Hij probeert de eenvoudige, harde schoonheid van het plattelandsleven te verbeelden. Een gaslampje is de enige lichtbron. 

Slide 31 - Tekstslide

Van Gogh maakt eindeloos studies van handen en hoofden van boeren. Door de handen in verhouding groot te maken en de harde lijnen in de gezichten te benadrukken, vertelt hij de kijker over deze boeren en hun harde bestaan. De landwerkers in de schilderijen van Van Gogh zijn meestal nageschilderd van realistische schilderijen, schilderijen van boeren zoals we die wel eerder hebben gezien van Courbet, waren zijn voorbeeld. 

Van Gogh heeft geen opleiding tot kunstenaar. Hij leert het zichzelf aan en vindt het zijn roeping. 

Slide 32 - Tekstslide

Van Gogh maakt eindeloos studies van handen en hoofden van boeren. Door de handen in verhouding groot te maken en de harde lijnen in de gezichten te benadrukken, vertelt hij de kijker over deze boeren en hun harde bestaan. De landwerkers in de schilderijen van Van Gogh zijn meestal nageschilderd van realistische schilderijen. 

Van Gogh heeft geen opleiding tot kunstenaar. Hij leert het zichzelf aan en vindt het zijn roeping. 

Slide 33 - Tekstslide

Na een paar jaar in Brabant schilderen vertrekt hij naar Parijs in Frankrijk. Het centrum van de kunst op dat moment. 

Werken uit die periode herken je meteen aan de heldere kleuren en de met dikke streperige toetsen aangebrachte verf. Enkele jaren later gaat hij naar Zuid-Frankrijk, met de hoop goedkoper te leven. Hij ontwikkelt daar verder zijn stijl en schildert onder andere De sterrennacht. 
sterrennacht
Sterrennacht, 

Vincent van Gogh, 

1889

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vincent van Gogh schildert zoals hij de wereld beleeft

Slide 35 - Tekstslide

Hij schildert zoals hij de wereld beleeft. 



Ook in het latere werk van de schilder blijft de invloed van Japanse prenten zichtbaar:
o.a. in het gebruik van sterke contouren, afsnijdingen en kleurcontrasten.

Slide 36 - Tekstslide

Hij heeft een soort visioenen. In deze visioenen ziet hij schilderijen voortkomen, die hij schildert. Hij verkoopt in zijn leven maar één schilderij en terwijl ze nu voor miljarden over de toonbank gaan. 

Hij heeft stemmingstoornissen en psychoses. De Sterrennacht heeft hij gemaakt tijdens een verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. In zijn laatste maanden schilderde hij een doek per dag!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Japanse Prenten

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf 1854 komt iedereen in contact met de Japanse cultuur

Slide 39 - Tekstslide

Japans sluit zich vanaf 1639 volledig af van de buitenwereld. Het land wil zich zo bewapenen tegen het christendom en haar eigen cultuur bewaren. De Nederlanders zijn de enige met wie de Japanners zaken doen want de Nederlanders willen hun niet bekeren maar alleen handel drijven. Dit gaat niet vrijuit want de Nederlanders mogen alleen op het eilandje Deshima komen. Niemand heeft echt een idee wat er gebeurt in Japan. Dat verandert in 1854 als Amerika openstelling eist. Vanaf dat moment komen Europeanen in contact met de Japanse kunst en gebruiksvoorwerpen. 



  JAPONISME

Slide 40 - Tekstslide

Op de wereldtentoonstellingen van 1862 en 1867 is 1 grote afdeling over “het land van de rijzende zon”. Europese kunsthandelaars gaan zich specialiseren in Japanse kunst en er komt een tijdschrift over op de markt. Het exotische spreekt aan en alles uit Japan wordt enorm populair: het japonisme ontstaat. 

Slide 41 - Tekstslide

Zo zie je dat de kunstenaars en rijke mensen zich kleden in kimono's en accessoires zoals waaiers gebruiken. De losse met de zittende kimono is comfortabel. In dit kledingstuk worden nauwelijks naden gebruikt maar lappen die over de stof breed worden gehaald. Heel wat anders dan het korset of kostuum waar veel 19e -eeuwse westerse mensen zich dagelijks in hijsen. Ook oosterse kamerschermen duiken overal op. 

Slide 42 - Tekstslide

De vormgeving van Japanse prenten trekt westerse kunstenaars aan. Die zijn namelijk alles wat de academische kunst niet is en dat spreekt tot de verbeelding van de vooruitstrevende kunstenaars. Ze willen graag vernieuwen en de kunst uit Japan biedt hun daarvoor concrete handvatten. Zonder meteen hun eigen achtergrond los te laten proberen ze de Japanse stijl kenmerken in hun kunst te verwerken. 

Slide 43 - Tekstslide

De prent “de grote golf” heeft bijvoorbeeld geen horizon of atmosfeer en er wordt nauwelijks met schaduw gewerkt. De platte heldere gekleurde vlakken vallen er daardoor extra op. Er zijn scherpe, ritmische zwarte lijnen die denken aan de vormgeving van strips. De golven zijn aan beide kanten afgesneden. Het onderwerp, een golf, is onbeduidend. De Grote Golf is onderdeel van een serie prenten van de berg Fuji. Je moet goed kijken om de berg te zien want die heeft precies dezelfde kleur als de golf. Er worden in de 19e eeuw heel veel prenten gemaakt in Edo, het huidige Tokyo. Ook bij Kunisda’s prent over het maken van houtsnedes zie je, kleurvlakken, scherpe lijnen en er ontbreekt schaduw. Diezelfde vlakken en lijnen zie je terug in de lithos van Henri Toulouse-deLautrec. Ook de Arts&Crafts en Jugendstil gaan aan de haal met het decoratieve aspect van de Japanse prenten. 

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Van Gogh is onder de indruk van de Japanse prenten. Hij vindt in de Oosterse grafiek antwoord op de vraag hoe je tegen de academische regels in kunt gaan. Hij koopt in Parijs een aantal goedkope printen van Tanguy. Van Gogh schildert enkele Japanse houtsnedes op zijn eigen manier na. In zijn werken zie je vervolgens vlakken met eenvoudige kleuren en contourlijnen opduiken. In dit portret van Tanguy gebruikt hij de prenten als achtergrond. Links en rechts plaatst hij kenmerkende afbeeldingen van de Japanse Geisha's. Boven het hoofd herken je de berg Fuji

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies