Scheikunde mavo3 H1.2 Fasen en fasenveranderingen

scheikunde mavo3
Hoofdstuk 1.2
Fasen en fasenveranderingen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

scheikunde mavo3
Hoofdstuk 1.2
Fasen en fasenveranderingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het deeltjesmodel: afspraken
Iedere stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, meestal moleculen genoemd. 
Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen
Moleculen bewegen voortdurend en de snelheid van bewegen hangt af van de temperatuur. 
Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Fasedriehoek

Slide 8 - Tekstslide

Fase-overgangen
Verandering van de ene fase naar de andere fase:
  • vloeibaar naar vast = bevriezen (bij andere stoffen:stollen
  • vast naar vloeibaar =  smelten 
  • vloeibaar naar gasvormig (damp) = verdampen 
  • gasvormig naar vloeibaar = condenseren
  • vast naar gas = vervluchtigen/sublimeren
  • gas naar vast = rijpen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

fasenovergangen van water
water(s)                water(l)                 smelten
water (l)                 water(s)               bevriezen (stollen)
water(l)                 water(g)                verdampen
water(g)                water(l)                 condenseren
water(s)                 water(g)               sublimeren
water(g)                 water(s)               rijpen
De woorden ijs en waterdamp gebruik je dus niet in dit schema!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 20 - Quizvraag

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 21 - Quizvraag

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 22 - Quizvraag

Hiernaast staan twee fasen van stof Y weergegeven.

Welke fasen worden weergegeven?
A
vast en vloeibaar
B
vloeibaar en gas
C
vast en gas

Slide 23 - Quizvraag

Water komt op aarde in verschillende fasen voor ! Hoeveel fasen zijn dit?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quizvraag

Bij condenseren
A
verandert ijs in gas
B
verandert gas in ijs
C
verandert gas in vloeistof
D
verandert vloeistof in gas

Slide 25 - Quizvraag

In welke fase bevindt regen zich?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
waterdamp

Slide 26 - Quizvraag

In welke fasen bevindt mist zich?
A
vast
B
vloeibaar
C
gas
D
waterdamp

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet de fasenovergang van vast naar gas?
A
smelten
B
stollen
C
rijpen
D
sublimeren

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet de faseovergang van vloeibaar naar gas?
A
stollen
B
verdampen
C
condenseren
D
rijpen

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het kookpunt van water
A
0 graden Celcius
B
50 graden Celcius
C
100 graden Celcius
D
200 graden Celcius

Slide 30 - Quizvraag

In welke fase bewegen de moleculen het snelst?
A
vast
B
gas
C
vloeibaar

Slide 31 - Quizvraag

De temperatuur waarbij water gaat koken is een voorbeeld van een ....
A
Materiaal
B
Stofeigenschap
C
Kookpunt
D
Beweging van moleculen

Slide 32 - Quizvraag

Welke grootheid is een stofeigenschap?
A
Massa
B
Volume
C
Dichtheid
D
temperatuur

Slide 33 - Quizvraag

Is vorm een stofeigenschap?
A
ja
B
nee

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn stofeigenschappen?
A
Kleur, geur, brandbaarheid, vierkant
B
Geur, kleur, brandbaarheid, hardheid
C
Brandbaarheid, hardheid, rondheid
D
Hardheid, kleur, geur, doorzichtigheid

Slide 35 - Quizvraag

Welk rijtje bevat alleen maar stofeigenschappen?
A
kleur, smaak, volume
B
gewicht, brandbaarheid, hardheid
C
kleur, geur, hardheid
D
volume, gewicht, brandbaarheid

Slide 36 - Quizvraag

Wat is géén stofeigenschap?
A
Kleur
B
Fase bij kamertemperatuur
C
Brandbaarheid
D
Massa

Slide 37 - Quizvraag

Moleculen bewegen langs elkaar 
Moleculen trillen maar blijven op hun plaats
Rooster
Gas
Vloeibaar
Vast
Moleculen zijn los van elkaar

Slide 38 - Sleepvraag

Sublimeren
Mengen
Chemische reactie
Scheiden
Stollen

Slide 39 - Sleepvraag

Scheikunde mavo3
Huiswerk
Maken hoofdstuk 1.2 opdracht 1 t/m 11

Slide 40 - Tekstslide