Ch 3 Partie : Fous de shopping leçon 1 2VWO
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Quel est ton vêtement préféré?
Wat is je favoriet kledingstuk?
Wat is je favoriet kledingstuk?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Vat kort samen waar de luistertekst A overgaat?
Slide 6 - Woordweb
Steph et Noémie ont rendez-vous au magasin
A
Vrai
B
Faux
Slide 7 - Quizvraag
Step veut acheter un cadeau pour son frère jumeau Adrien
A
Vrai
B
Faux
Slide 8 - Quizvraag
Vertaal: Adrien a un style très sportif.
A
Adrien heeft een hip stijl.
B
Adrien heeft een lelijk stijl.
C
Adrien heeft een sportief stijl.
Slide 9 - Quizvraag
Adrien essaye un pull pour Noémie.
A
Vrai
B
Faux
Slide 10 - Quizvraag
Vertaal: Le pull bleu coûte 30 euros. C'est cher.
A
De groen trui kost 30 euros. Dat is goedkoop!
B
De blauw trui kost 30 euros. Dat is goedkoop.
C
De blauw trui kost 30 euros. Dat is duur.
Slide 11 - Quizvraag
Steph a un style
A
branché (hip)
B
sportif
Slide 12 - Quizvraag
Comment tu trouves ce jean bleu?
Il coûte combien
Tu fais quelle taille?
Tu veux acheter quoi?
Il coûte seulement trente euros
Il est pas mal
Je fais du S ou du M
Je veux acheter un pull ou un jean
