Als water smelt of bevriest, noem je dat een fase-overgang: de stof gaat over van de ene fase in de andere. Er zijn zes fase-overgangen (figuur 1):
• stollen: van vloeibaar naar vast;
• smelten: van vast naar vloeibaar;
• verdampen: van vloeibaar naar gasvormig;
• condenseren: van gasvormig naar vloeibaar;
• rijpen: van gasvormig naar vast;
• vervluchtigen: van vast naar gasvormig.