Schrijven 2.5 Zakelijke e-mail (2) + HERHALEN Taalverzorging

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen - de beste manier van leren

Slide 2 - Tekstslide

Een hoofdletter of niet?
hoofdletter
kleine letter
aan het begin van een zin
dagen, maanden en seizoenen
feestdagen
religieuze stomingen
aardrijkskundige namen

Slide 3 - Sleepvraag

Tussenletters. Wat is de goede schrijfwijze?

Welk woord is goed geschreven?
A
hoogtevrees
B
hoogtenvrees

Slide 4 - Quizvraag

Tussenletters. Wat is de goede schrijfwijze?

Welk woord is goed geschreven?
A
stoelendans
B
stoeledans

Slide 5 - Quizvraag

Aan elkaar of los. Wat is de goede schrijfwijze?

........................ wordt niet verkocht aan jongeren onder de achttien jaar.
A
Sterke drank
B
Sterkedrank

Slide 6 - Quizvraag

Aan elkaar of los. Wat is de goede schrijfwijze?

Voor de .......................... wordt een bedrijfsbezoek georganiseerd.
A
eerste jaars studenten
B
eerstejaars studenten
C
eerstejaarsstudenten

Slide 7 - Quizvraag

Meervoud. Wat is de goede schrijfwijze in het meervoud van......?

COMITÉ?
A
comités
B
comité's

Slide 8 - Quizvraag

Meervoud. Wat is de goede schrijfwijze in het meervoud van......?

JURY?
A
jurys
B
jury's

Slide 9 - Quizvraag

Lesdoel
Je kunt een zakelijke e-mail schrijven.
Je kunt een offerte opstellen.
Je kunt een offerte toevoegen.
Je maakt geen spelling en grammaticale fouten

Slide 10 - Tekstslide

Vaste indeling van een e-mail:
1. E-mail van de afzender (schrijver)
2. E-mail van degene aan wie je schrijft
3. Bijlage: voor als je een apart document wilt meesturen
4.  Aanhef (Geachte...),
5. Inhoud: inleiding - middenstuk - slot * 
6. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
7. Ondertekening (Handtekening + voorletters en achternaam)
(*zie lessonUp 1e bijeenkomst: tekststructuren)

Slide 11 - Tekstslide

Aanhef
Witregels
Slot
Onderwerp
Inleiding
Afsluiting

Slide 12 - Tekstslide

Let op met de AANHEF!
  • De aanhef is de begroeting in de e-mail. Deze begint met een hoofdletter en eindigt met een komma.
  • Als je weet aan wie je schrijft, schrijf je: Geachte mevrouw (Naam) of Geachte heer (Naam),
  • Als je niet weet aan wie je schrijft, schrijf je: Geachte heer/mevrouw,

Slide 13 - Tekstslide

Let op hoe je de naam in de aanhef schrijft!
  • Je schrijft een hoofdletter bij een voornaam en bij de achternaam. 
  • In zakelijke correspondentie gebruik je NOOIT de voornaam van degen aan wie je schrijft.
  • Vervolg op de volgende dia ....

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Let op je publiek!
  • In zakelijke correspondentie gebruik je ALTIJD de aanspreekvorm: u.
  •  Je zorgt voor beleefd taalgebruik: gebruik bijvoorbeeld: graag zou ik willen, ik hoop dat het niet lastig voor u is, het zou heel fijn zijn als......, enz.
  • Gebruik geen straattaal.

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet je nog over:
OPBOUW VAN EEN TEKST?

Slide 17 - Tekstslide

Alinea's = witregel

Slide 18 - Tekstslide

Maken
Zakelijke e-mail (2)
inleveren
Advies trekhaal + Offerte  (gebruik je template van zakelijke e-mail (1))

Eventueel volgende week nog - uitloop


Slide 19 - Tekstslide

Ik leg de opdracht uit

Slide 20 - Tekstslide