Les 2 - werk zoeken 139 - 145 v

Les 2 - werk zoeken 139
In deze les leer je:
- Wat is een vacature?
- Wat is solliciteren?
- Wat gebeurt er tijdens een sollicitatiegesprek?

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2 - werk zoeken 139
In deze les leer je:
- Wat is een vacature?
- Wat is solliciteren?
- Wat gebeurt er tijdens een sollicitatiegesprek?

Slide 1 - Tekstslide

Les 2 - werk zoeken 139
Vacatures.
- Hoe kun je een baan vinden? (zin 1)
- Wat is een vacature? (zin 2)
- Op welke websites staan wel eens vacatures? (zin 3)
- Hoe kun je op zoek gaan naar vacatures? (zin 4)
- Waar kun je zoeken? (zin 5)
- Waar kun je naar toe gaan? (zin 6)

Slide 2 - Tekstslide

Les 2 - werk zoeken 139
vervolg tekst Vacatures
- Wat kun je ook doen? (zin 6)
Voorbeeld.
- Wat gebeurt er op plaatje 1?
- Wat gebeurt er op plaatje 2?
- Wat gebeurt er op plaatje 3?

Slide 3 - Tekstslide

Les 2 - werk zoeken 140
Opdracht 1
- knipblad blz. 309
- Wie zoeken ze bij Viabouw (2.23)?
- Wie zoeken ze bij vacature 2 (1.04)? 
- Waar moet je werken bij vacature 3 (1.58)? 
- Wie zoeken ze bij vacature 4 (1.17) ?


Slide 4 - Tekstslide

Les 2 - werk zoeken 140 
- Wat moet je doen bij vacature 5 (2.20)?
- Wie zoeken ze bij vacature 6 ( 0.57)?

Slide 5 - Tekstslide

Les 2 - werk zoeken 140 b, c en d
b. Knip de leukste uit en plak deze op.
c. Waarom heb jij deze gekozen?

Slide 6 - Tekstslide

Les 2 - werk zoeken 141
Solliciteren tekst
- Wanneer kun je solliciteren? (zin 1)
- Wat betekent solliciteren? (zin 2)
- Wat moet je vaak opsturen als je solliciteert? (zin 3).
Een cv = 'curriculum vitae' = levensloop
- Wat staat er in een cv? (zin 4)
- Wat kan een bedrijf doen als je solliciteert? (zin 5)

Slide 7 - Tekstslide

Les 2 - werk zoeken 141
Solliciteren tekst vervolg
- Hoe heet zo'n gesprek? (zin 6)
- Waar kijkt het bedrijf naar als je solliciteert? (zin 7)
- Waar kun jij naar kijken bij een sollicitatie? (zin 8).

Slide 8 - Tekstslide

Les 2 werk zoeken  141
Sollicitatiegesprek  (3.03)
wel                                                                         Niet
- voorbereiden                                                 - te laat komen
- Nette kleren dragen                                   - Onderuitgezakt zitten
- Je cv meenemen                                         - Mompelen
- Een hand geven                                           - Je telefoon checken
- De ander aankijken                                     - kauwgom eten

Slide 9 - Tekstslide

Les 2 werk zoeken 141

Slide 10 - Tekstslide

Les 2 werk zoeken 142 opdracht 2
CV
Van wie is de CV?
Hoe oud is hij?
Waar woont hij?
wat is zijne-mail adres?


Slide 11 - Tekstslide

Vervolg opdracht 2 blz. 142
Wat is zijn werkervaring?
1.
2.
3.
Welke opleiding (school) heeft hij gedaan? 

Slide 12 - Tekstslide

Vervolg opdracht 2 blz. 142
Waar is Tonny goed in?

b. Heb jij werkervaring?
Ja ik werk/ heb gewerkt in een supermarkt, restaurant.
Nee ik heb nog geen werkervaring.



Slide 13 - Tekstslide

Vervolg opdracht 2 blz. 143
c. Welke opleiding ( = school) doe jij of heb je afgerond ( = klaar)?
Ik zit nu op de middelbare school (ISK)
d. Waar ben jij goed in?
1. Ik ben goed in wiskunde, Nederlands, burgerschap . . . .
2. Ik kan goed met mensen omgaan.
3. Ik ben positief

Slide 14 - Tekstslide

Vervolg opdracht 2 blz. 143 e
e. Vul het lege cv in.
naam:
geboortedatum:
Woonplaats:
e-mailadres :


Slide 15 - Tekstslide

Vervolg opdracht 2 blz. 143 e
e. Vul het lege cv in.
(werk)ervaring:
-
-
Opleiding(en) = school - ISK

Slide 16 - Tekstslide

Vervolg opdracht 2 blz. 143 e
e. Vul het lege cv in.
Hier ben ik goed in:
- computers
- voetballen
- met mensen omgaan
- Ik ben positief

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 144 
b Lees de situatie.
- Wat heeft Lynne morgen? ( zin 1 )
- Wat gaat ze de avond daarvoor doen? (zin 1)
- Hoe laat wordt het? (zin 2)

c. Is het een goed idee van Lynne?
Nee want misschien is zij niet goed uitgerust en fris.

Slide 18 - Tekstslide

Vervolg opdracht 3 blz. 144 - 145
d. Lees de situatie.
- Hoe vindt Vincent het in het bedrijf? ( zin 1)
- Wat gaat hij daar doen? (zin 1)
- Wat houdt hij aan en op? (zin 2)

e. Is het een goed idee van Vincent?
Nee ik vind het niet zo goed, vooral zijn muts moet af = niet op.



Slide 19 - Tekstslide

Vervolg opdracht 3 blz. 144 - 145
f. Lees de situatie.
- Wat heeft Fatima morgen? (zin 1)
- Wat doet ze de avond daarvoor nog even? (zin 2)

g. Is dit een goed idee van Fatima?
Ja ik vind het goed want dan is zij beter voorbereid.

Slide 20 - Tekstslide

 blz. 145 studiemeter

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Les 2 werk zoeken 

Slide 23 - Tekstslide

Les 2 werk zoeken 

Slide 24 - Tekstslide

Les 2 werk zoeken 

Slide 25 - Tekstslide

Les 2 werk zoeken 145 studiemeter

Slide 26 - Tekstslide