4.5 De afschaffing van de slavernij


4.5 - De afschaffing 
van de slavernij
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


4.5 - De afschaffing 
van de slavernij

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Wat?
Hoe?
Tijd?
terugblik
klassikaal
15 minuten
uitleg 4.5
klassikaal
10 minuten
check
klassikaal
10 minuten
werken aan po
zelfstandig
10 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Verlichting
Voor de Verlichting.
Denken met je verstand.
traditie
Wetenschap wordt belangrijk.
Het volk krijgt meer invloed.
Gelijkwaardigheid.
Vastleggen rechten en plichten .
De grondwet wordt ingevoerd.
Onderzoek en experiment.
Standenmaatschappij.
Een kleine groep mensen heerst.
Absolutisme.
Pruik.

Slide 4 - Sleepvraag

Wat was de mening van John Locke?
A
Dat de koning de macht uit handen van God krijgt
B
De koning krijgt de macht uit handen van het volk
C
De koning moet de macht zelf verdienen
D
De koning moet zijn werk aan zijn vrouw overlaten

Slide 5 - Quizvraag

Waarom was John Locke tegen het absolutisme?
A
Hij had een hekel aan Lodewijk XIV
B
Hij bedacht dat niemand bij geboorte alle macht mocht hebben.
C
Hij was zelf geen koning en was daarom tegen absolutisme.
D
Hij vond dat het absolutisme in strijd was met de rede.

Slide 6 - Quizvraag

De driemachtenleer is bedacht door:
A
Montesquieu
B
Lodewijk Napoleon
C
Napoleon Bonaparte
D
Jean-Jacques Rousseau

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak voor de Franse Revolutie?
A
Standensamenleving zorgt voor ongelijkheid
B
Ideeën uit de Verlichting komen op
C
Hoge schulden leidden tot hoge belastingen
D
Bestorming van de Bastille

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de terreurjaren van de Franse Revolutie?
A
Een nationale feestdag die meerdere dagen per jaar terug kwam.
B
Jaren waarin het Franse volk onderdrukt werd met geweld.
C
Jaren waarin Frankrijk in oorlog was met veel landen in Europa.
D
De regeerperiode van Lodewijk XVI.

Slide 9 - Quizvraag

Zo konden de burgers voortaan ook over de toekomst van Frankrijk beslissen. 
De oude standenmaatschappij.
De koning, de adel en de kerk. 
Vrijheid, gelijkheid en broederschap. 
Iedereen was vrij, dus de slavernij moest worden afgeschaft. 
Waarom kwam er een nationale vergadering in Frankrijk?
Wat werd er na de Franse Revolutie afgeschaft?
Wie waren na de Franse revolutie niet langer meer de baas in Frankrijk?
Wat was de leuze van de Franse bevolking tijdens de Franse revolutie.
Wat gebeurde er in Frankrijk met de slavernij na de Franse revolutie?

Slide 10 - Sleepvraag


Slide 11 - Open vraag

Welke uitspraak over Napoleon Bonaparte is JUIST?
A
Toen Napoleon aan de macht kwam begon de Franse Revolutie
B
Door Napoleon kreeg Frankrijk een burgerlijk wetboek en dienstplicht.
C
Napoleon voerde in 1793 en 1794 een schrikbewind.
D
Napoleon werd eerst koning en riep zichzelf later uit tot keizer.

Slide 12 - Quizvraag

Waarom waren patriotten tegen de stadhouder? Geef twee redenen

Slide 13 - Open vraag

Bij elke oorzaak past een gevolg. Maak de goede combinaties.
Lodewijk XVI stuurde soldaten naar Parijs om de bijeenkomst voor de nieuwe grondwet te stoppen.
Franse troepen trokken samen met de patriotten Nederland binnen.
Napoleon maakte van Frankrijk een dictatuur.
Lodewijk Napoleon werd koning van Nederland.
Het volk bestormde de Bastille.
Willem V vluchtte naar Engeland.
Eén man maakte voortaan de nieuwe wetten en benoemde of ontsloeg de ministers.
Hierdoor kwam een einde aan de Bataafse Republiek.

Slide 14 - Sleepvraag


Een oorzaak is een dieperliggende reden waarom iets gebeurt en dat meerdere jaren duurt.
Een aanleiding is een kleinere reden/ incident waarom iets gebeurt en duurt maar heel kort (bv 1 dag).

1. Een oorzaak / aanleiding van de Bataafse Revolutie is de verspreiding van het pamflet 'Aan het volk van Nederland' in de nacht van 25 op 26 september  1781.

2. Een oorzaak / aanleiding van de Bataafse Revolutie is dat stadhouder Willem V steeds meer macht probeert te grijpen en zich steeds meer gaat gedragen als absoluut vorst/ koning. 
A
1. oorzaak, 1. oorzaak
B
1. oorzaak, 2. aanleiding
C
1. aanleiding, 2. oorzaak
D
1. aanleiding, 2. aanleiding

Slide 15 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de slavernij werd afgeschaft in Groot-Brittannië. 

  • Je kunt uitleggen hoe de slavernij werd afgeschaft in Frankrijk.

  • Je kunt uitleggen hoe de slavernij werd afgeschaft door Nederland. 

  • Je kunt uitleggen hoe de slavernij werd afgeschaft in de Verenigde Staten.

Slide 16 - Tekstslide


Superioriteitsgevoel

  • Door het succes van de Europese expansie was het idee ontstaan dat de Europeanen beter waren dan andere volken.
  • Het ene ras is beter dan het andere ras (men dacht nog dat er verschillende mensenrassen waren)
                            Superioriteitsgevoel

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide


Abolitionisme

  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'
  • Abolitionisten willen slavernij afschaffen
  • Het past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig, of het christendom: mensen moeten voor elkaar zorgen.
  • Acties van de abolitionisten zorgde voor de afschaffing van de slavenhandel (1807) en afschaffing slavernij (1833)








John Gabriël Stedman (1744-1797) was een Schots-Nederlandse officier in de Schotse Brigade van het Nederlandse leger. Hij hielp bij het onderdrukken van een slavenopstand in Suriname. Hij werd verliefd op een slavin, en probeerde haar vrij te kopen. 

Over zijn ervaringen schreef hij een invloedrijk boek. Hierin bekommerde hij zich openlijk om de rechten van de tot slaafgemaakten, met name om de vraag of zij als mens behandeld moesten worden.

In dit boek verschenen dit soort afbeeldingen die ervoor zorgden dat de strijd van de abolitionisten steeds meer aandacht kreeg.

Slide 19 - Tekstslide


Revolutie in Haïti

  • De Franse kolonie Haïti bestond uit 40.000 witte Europeanen en uit 500.000 slaven. 
  • Omdat er meer slaven dan Europeanen waren was er continu angst voor een slavenopstand. Er waren regelmatig conflicten. 
  • Franse slaven waren zich bewust van de ideeën van de Franse Revolutie.
  • Uit angst voor invasie van de Britten heft Frankrijk de slavernij op. 
La Amistad (Spaans: De Vriendschap) was een Spaans slaventransportschip waarop in 1839 een opstand uitbrak. Deze opstand zou bekend worden als de Amistadopstand.

In 1997 werd dit verhaal door Steven Spielberg verfilmd in de film Amistad.

Slide 20 - Tekstslide

Afschaffing van de Franse slavernij
  •  slavenopstand in 1791 op Haïti o.l.v. Tula
  • In 1794 schaft de Franse regering de slavernij af, maar acht jaar later voert Napoleon 'm weer in vanwege de onrust.

  • In 1804 braken er weer slavenopstanden uit.  (Er waren veel marrons in Haïti) en konden de Fransen de opstand niet neerslaan. 

  • Onder druk van de Engelsen wordt de Franse slavernij afgeschaft in 1848. 

Slide 21 - Tekstslide


Nederland schaft slavernij af


  • Na Haïti krijgt slavernij weer een impuls om dat de grootste producten van koffie en suiker wegvalt (Haïti).  
  • 1853 abolitionisme in Nederland "Uncle Tom's Cabin". (De Negerhut van oom Tom)
  • Nederland schaft de slavernij laat af (1863) uit angst voor economische gevolgen. 
  • Ter compensatie kregen slavenhouders 300 gulden. 
Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd. Dit is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken

Slide 22 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Bespreken van de huiswerkopdrachten: 1, 3, 4, 6, 7, 8 en 9.

Ben je klaar? Ga dan verder met je krantenartikel. 

Slide 23 - Tekstslide

Gebruik de vier uitspraken over slavernij in de Verenigde Staten (A-D).
Kies het juiste antwoord.

A
De slavernij werd in de hele Verenigde Staten in 1865 in één keer afgeschaft.
B
In de grondwet van de Verenigde Staten stond dat alle mensen gelijk waren, behalve slaven.
C
In de noordelijke staten was de invloed van de abolitionisten het grootst.
D
Voor de noordelijke staten was de slavernij economisch zeer belangrijk.

Slide 24 - Quizvraag

Een uitspraak van een nakomeling van slaven:

"Uitgaan van de kracht van voorouders is een andere insteek om naar het slavernijverleden te kijken. Wat de voorouders ons hebben meegegeven is zeer waardevol en zal ons wapenen om de strijd met de erfenis van dit verleden aan te gaan."

Hoe kijkt deze nakomeling van slaven naar zijn slavernijverleden?

A
De nakomeling wil de erfenis van de slavernij levend houden.
B
De nakomeling wil het slavernijverleden vergeten.
C
De nakomeling wil het verleden met geweld wreken.
D
De nakomeling wil de voorouders zien als slachtoffers.

Slide 25 - Quizvraag

Wat was géén argument tegen slavernij?
A
De ideeën van de Franse Revolutie.
B
Volgens het geloof was iedereen gelijk.
C
Het was goed voor de economie.
D
Grondrechten zouden voor iedereen moeten gelden.

Slide 26 - Quizvraag

Ze de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Slavenhandel en slavernij wordt definitief afgeschaft in Frankrijk
Slavernij wordt verboden in Suriname en de Antille
Slavernij wordt verboden in het Britse Rijk
Slavenhandel wordt verboden in het Britse Rijk

Slide 27 - Sleepvraag

Wat is de goede volgorde van het afschaffen van slavernij?
A
Engeland, Frankrijk, Nederland, Frankrijk (opnieuw)
B
Frankrijk, Engeland, Nederland, Frankrijk (opnieuw)
C
Frankrijk, Engeland, Frankrijk (opnieuw), Nederland
D
Engeland, Frankrijk, Nederland

Slide 28 - Quizvraag