1. Lees over één van de onderstaande filosofen of stromingen:
o Aristoteles (Deugdethiek)
o Immanuel Kant (Plichtethiek)
o John Stuart Mill (Utilitarisme)
o Friedrich Nietzsche (Existentialisme)
Zoek daarvoor online informatie over hoe deze filosoof/stroming kijkt naar goed en kwaad.
2. Schrijf een korte tekst (max. 200 woorden) waarin je:
o uitlegt hoe jouw gekozen filosoof/stroming goed en kwaad uitlegt.
o een concreet voorbeeld geeft van hoe dit in de praktijk toegepast zou kunnen worden (bijvoorbeeld: een moreel dilemma).
3. Schrijf een korte reactie (max. 100 woorden) op de volgende vragen:
o Vind jij de aanpak van deze filosoof/stroming overtuigend? Waarom wel of niet?
o Hoe zou jij zelf goed en kwaad omschrijven in je eigen woorden?