Paragraaf 3.4: Napoleon verovert Europa (deel 1)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

§3.4 Napoleon verovert Europa (deel 1)

Leerdoelen 3.4

Je kunt:

• enkele belangrijke eigenschappen noemen van het bestuur door Napoleon.
• beschrijven hoe Napoleon een Europees rijk veroverde en dat ook weer verloor.
• uitleggen welke gevolgen Napoleons bestuur voor Nederland had.

Napoleon komt aan de macht

Na de Terreur in Frankrijk: gematigd bestuur (1794) -> alléén rijken aan de macht.

Frankrijk zat echter diep in de problemen...

Napoleon komt aan de macht

1. Oorlog met Oostenrijk, 

    Pruisen, Spanje en Engeland.

2. Hoge voedselprijzen.

3. Hoge belastingen. 

4. Politieke strijd -> weinig 

     invloed burgerij.

''Je veux encore un roi!''

1. Oorlog met Oostenrijk, Pruisen, Spanje en Engeland.

2. Hoge voedselprijzen.

3. Hoge belastingen. 

4. Politieke strijd.

Generaal Napoleon Bonaparte

1799: Pleegt staatsgreep = einde Franse Revolutie.

Dictatuur (alleenheerschappij):

- Maakt zelf wetten (-> Code 

   Napoléon).

- Beslist over oorlog en vrede.

Code Napoléon

• Einde standenmaatschappij (adel + geestelijkheid kregen GEEN privileges meer).
• Voor ALLE burgers gelden dezelfde wetten en grondrechten:

        - vrijheid van meningsuiting;

        - vrijheid van godsdienst, etc.

• Rechtspraak werd eerlijker.

Code Napoléon

• Einde standenmaatschappij (adel + geestelijkheid kregen GEEN privileges meer).
• Voor ALLE burgers gelden dezelfde wetten en grondrechten:

        - vrijheid van meningsuiting;

        - vrijheid van godsdienst, etc.

• Rechtspraak werd eerlijker.

Generaal Napoleon Bonaparte

Hij kwam ermee weg, want:

1. Hij won veel oorlogen.
2. Er was eindelijk orde in Frankrijk.

Ga aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 5 van de paragraaf 3.4.

Klik NIET op 'nakijken'.

Bespreking: 5 minuten.

Lees blz. 133 "Napoleon in Nederland"

Welke veranderingen werden in Nederland ingevoerd?

Wat hoort bij elkaar?
Schrijf de letter-cijfer combinaties op.
1. Nieuw wetboek A. economisch
2. Frans leren op school. B. cultureel
3. Geen handel met Engeland. C. politiek-bestuurlijk

Aan het werk...

Paragraaf 3.4: maak vraag 1 t/m 7