Etnisch profileren en positieve discriminatie

Burgerschap lesweek 1
Etnisch profileren & positieve discriminatie
Thema 2 Samenleving
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap lesweek 1
Etnisch profileren & positieve discriminatie
Thema 2 Samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Eerst het nieuws:
Waarom is de UK nu tot half februari in zo'n strenge lock-down?

Slide 2 - Open vraag

Wat weet je over een nieuwe variant van het virus?

Slide 3 - Open vraag

Hebben jullie vuurwerk afgestoken?
A
Ja, natuurlijk dat hoort erbij
B
Nee, dat mocht toch niet?
C
Alleen 1 klein sterretje

Slide 4 - Quizvraag

Waren er deze nieuwjaar wisseling meer of minder incidenten met vuurwerk?

Slide 5 - Open vraag

Vinden jullie dat vuurwerk voor altijd verboden moet worden?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

kijk het volgende fragment

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Kan je vertellen wat je hier ziet?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de Capitool eigenlijk?

Slide 10 - Open vraag

Wat bedoelen de Trump aanhangers met STOP THE STEAL?

Slide 11 - Open vraag

Korte herhaling
- Discriminatie betekent dat je mensen anders behandeld vanwege hun geslacht of hun religie.
- Racisme is ook een vorm van discriminatie.
Racisme betekent dat je andere mensen discrimineert vanwege hun huiskleur of afkomst.

Slide 12 - Tekstslide

Bekijk het filmpje hieronder

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Dit gaat over etnisch profileren
-Etnisch profileren betekent dat de politie huidskleur, nationaliteit of geloof gebruikt om je aan te houden.
Etnisch heeft te maken met je volk of ras en profileren betekent stereotyperen/ mensen in hokjes plaatsen. Bijv. Alle homo's zijn gezellig. Alle Marokkanen stelen. In dit geval denken ze dat de politie denkt; alle gekleurde mensen hebben iets te verbergen dus moeten we aanhouden. 
Wat er dus gebeurd is dat sommige mensen vanwege alleen hun huidskleur als een verdachte worden gezien.

Slide 15 - Tekstslide

Ken jij iemand in je omgeving die weleens door de politie apart is genomen zonder reden of dus vanwege zijn of haar huidskleur?

Slide 16 - Open vraag

Wat zouden de gevolgen kunnen zijn voor iemand die het slachtoffer is van etnisch profileren?

Slide 17 - Open vraag

Denk je dat de politie een slechte naam krijgt op deze manier? En wat kan dat betekenen voor de agenten die niet etnisch profileren?

Slide 18 - Open vraag

Wat vind je van deze stelling: Etnisch profileren is racisme!
Ben je het eens of oneens en leg uit waarom?

Slide 19 - Open vraag

Positieve discriminatie
Positieve discriminatie betekent dat werkgevers sollicitanten aannemen op basis van hun geslacht of afkomst, omdat zij een minderheid zijn. Zij doen dit om de kansenongelijkheid op de arbeidsmarkt weg te nemen.
"Positief" betekent niet per se dat het ook goed is.
Bijvoorbeeld: Fatima en Karin solliciteren op een functie bij de gemeente. Ze hebben allebei evenveel ervaring, hetzelfde c.v. Fatima wordt aangenomen omdat ze meer mensen van verschillende achtergronden willen aannemen. Fatima wordt dus op een positieve manier gediscrimineerd. Karin krijg de baan niet, omdat ze niet buitenlands is. 

Slide 20 - Tekstslide

Lees de volgende artikel

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Is positieve discriminatie de enige manier om de kansenongelijkheid van minderheden te stoppen? Leg uit waarom je het hier wel of niet mee eens bent.

Slide 23 - Open vraag

Bedenk een argument voor en een argument tegen positieve discriminatie. Dus waarom vind je het goed dat er positieve discriminatie is en waarom niet? Geef voorbeelden.

Slide 24 - Open vraag

Les 
Als er vragen zijn over de les kunnen jullie Marije of Stijn altijd even bellen via teams of een mailtje sturen. Als het lastige stof is zijn wij gewoon beschikbaar om iets meer uitleg te geven tijdens de les. 

sdekker@rockopnh.nl/ madejong@rockopnh.nl 

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk 
Volgende week is de laatste les van deze periode. Tijdens deze les krijgen jullie de tijd om de eindtoets te maken online en toetsen te herkansen van vorige periode, hier dus alvast voor leren (wil je herkansen, stuur dan een mailtje naar de docent met welk thema je moet/wil herkansen). Dit alles vindt plaatst tijdens de les, volgens rooster. Daarnaast moeten jullie volgende week je eindopdracht inleveren. Hier mag je volgende week in de les ook nog aan werken. De opdracht moet uiterlijk, 15 januari ingeleverd worden

Slide 26 - Tekstslide

Eindopdracht 
Eindopdracht: Artikel over cultuur
Voor deze opdracht ga je iemand interviewen over zijn cultuur of haar cultuur. Over dit interview schrijf je een artikel. Je mag interviewen wie je wilt, maar bij voorkeur iemand die een andere cultuur heeft dan jijzelf.
Vragen
In het interview moet je natuurlijk vragen stellen. De vragen die je gaat stellen mag je zelf bedenken, maar moeten wel over de cultuur van de ander gaan. Bedenk voor jezelf minimaal vijf vragen en maximaal tien vragen.
Je kan bijvoorbeeld denken aan de volgende vragen:

- Wat voor soort feestdagen vier jij?
- Wat zijn de belangrijkste regels van jouw gezin?
- Wat zijn de grootste verschillen tussen jouw cultuur en de Nederlandse cultuur?
Het artikel
Deze vragen en de antwoorden van de ander schrijf je op. Hier schrijf je vervolgens een artikel over.
In het artikel moeten begrippen voorkomen die over cultuur gaan. Deze begrippen vind je in les 2 cultuur, les 3 multiculturele samenleving en les 4 integratie in je werkboek. Denk bijvoorbeeld aan de begrippen religie, tradities, normen & waarden etc.
In het artikel schrijf je op wie je interviewt en waarom. En je schrijft over zijn of haar cultuur, welke feestdagen hij of zij viert. Of misschien hoe lang hij of zij hier al woont en wat de grootste verschillen zijn tussen zijn of haar cultuur en de Nederlandse cultuur.
Wees creatief en veel succes!

Slide 27 - Tekstslide

Eindopdracht
- Wat voor soort feestdagen vier jij? 
- Wat zijn de belangrijkste regels van jouw gezin?
- Wat zijn de grootste verschillen tussen jouw cultuur en de Nederlandse cultuur?
Het artikel
Deze vragen en de antwoorden van de ander schrijf je op. Hier schrijf je vervolgens een artikel over. Een artikel is eigenlijk een kort verhaaltje. 
In het artikel moeten begrippen voorkomen die over cultuur gaan. Deze begrippen op blz. 78 van je boek.
In het artikel schrijf je op wie je interviewt en waarom. En je schrijft over zijn of haar cultuur, welke feestdagen hij of zij viert. Of misschien hoe lang hij of zij hier al woont en wat de grootste verschillen zijn tussen zijn of haar cultuur en de Nederlandse cultuur.
Wees creatief en veel succes!

Slide 28 - Tekstslide

Eindopdracht 

Je begint je  artikel met, wie je hebt geïnterviewd en waarom. Je schrijft vervolgens je verhaal wat je te weten bent gekomen. Bijvoorbeeld dus  over zijn of haar cultuur, welke feestdagen hij of zij viert. Of misschien hoe lang hij of zij hier al woont en wat de grootste verschillen zijn tussen zijn of haar cultuur en de Nederlandse cultuur.

Wees creatief en veel succes!

Slide 29 - Tekstslide