Klas 2 Kader Engels les 2 Theme 5 Grammar 12 (p. 71) Duurvorm van de toekomende tijd

Les 2 klas 2 C theme 5 Grammatica 12 (p.71)
Duurvorm van de toekomende tijd
Tijdens het volgen de de les en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. Het is je eigen verantwoordelijkheid.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 2 klas 2 C theme 5 Grammatica 12 (p.71)
Duurvorm van de toekomende tijd
Tijdens het volgen de de les en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica 12
Tijdens het volgen de de les en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Slide 2 - Tekstslide

Toekomende tijd: duurvorm
Je gebruikt de duurvorm om:
* te praten over afspraken in de toekomst waarvan de tijd en/of plaats al vast staat.


Slide 3 - Tekstslide

Toekomende tijd: duurvorm
I am meeting my sister at three o'clock.

Beyonce is performing at the Arena tomorrow.

We are taking the train to London on Saturday.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

wanneer gebruik je de duurvorm?

Slide 6 - Open vraag

Toekomende tijd: duurvorm
Am / are / is + werkwoord + ing

I am walking
You are walking
He / he / it is walking
We / you / they are walking.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je de duurvorm?

Slide 8 - Open vraag

My friend from Belgium ... me on Friday. (visit)
A
visits
B
is visiting
C
visited
D
has visited

Slide 9 - Quizvraag

My friends ... at the restaurant on Saturday evening. (eat)
A
have eaten
B
eat
C
are eating
D
ate

Slide 10 - Quizvraag

Bo ... his grandmother on Sunday morning. (call)
A
has called
B
calls
C
is calling
D
called

Slide 11 - Quizvraag

Jessica ... in in the lake tomorrow. (swim)
A
swam
B
swims
C
has swum
D
is swimming

Slide 12 - Quizvraag

Nu wat moeilijker!
5 open vragen!

Slide 13 - Tekstslide

You ... house next week. (move)

Slide 14 - Open vraag

I ... for Barcelone next August. (leave)

Slide 15 - Open vraag

The ladies ... tea in the tearoom at four. (have)

Slide 16 - Open vraag

Sadly, we ... against your team tonight. (not, play)

Slide 17 - Open vraag

Fred ... his bills next week. (pay)

Slide 18 - Open vraag

Well done!

Slide 19 - Tekstslide