2022-11-04 4VWO Les comparaisons

Les comparaisons
Wat weet je in het Nederlands van de trappen van vergelijking?

Wat weet je in het Frans van het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif)?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les comparaisons
Wat weet je in het Nederlands van de trappen van vergelijking?

Wat weet je in het Frans van het bijvoeglijk naamwoord (l'adjectif)?

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Ik kan een correcte Franse zin schrijven met
- een vergelijking of een vergrotende trap
- een overtreffende trap

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje op GL en ligne

Slide 3 - Tekstslide

Le comparatif
Vergelijking of vergrotende trap
(bekijk de afb. bij vraag 38 p.37)

1. Jeanne est aussi créative que Louis.
2. Louis est moins sportif que Jeanne.
3. Jeanne est plus indépendante que Margot.

Slide 4 - Tekstslide

Le comparatif
Vergelijking of vergrotende trap
(bekijk de afb. bij vraag 38 p.37)

1. Jeanne est aussi créative que Louis.
2. Louis est moins sportif que Jeanne.
3. Jeanne est plus indépendante que Margot.

Slide 5 - Tekstslide

Le comparatif
Vergelijking of vergrotende trap
(bekijk de afb. bij vraag 38 p.37)

1. Jeanne est aussi créative que Louis.
2. Louis est moins sportif que Jeanne.
3. Jeanne est plus indépendante que Margot.
Aantekening:
aussi ... que        even ... als
moins ... que      minder ... dan
plus ... que          meer ... dan

Slide 6 - Tekstslide

Le comparatif
Vergelijking of vergrotende trap
(bekijk de afb. bij vraag 38 p.37)

1. Jeanne est aussi créative que Louis.
2. Louis est moins sportif que Jeanne.
3. Jeanne est plus indépendante que Margot.
4. Jeanne travaille moins longtemps que Margot.
Maak nu ex. 37b

Slide 7 - Tekstslide

Le superlatif
Overtreffende trap
(bekijk de afb. bij vraag 38 p.37)

1. Jeanne a les plus longs cheveux.
2. Louis est le garçon le plus tolérant.
3. Margot est la personne la moins sportive.

Slide 8 - Tekstslide

Le superlatif
Overtreffende trap
(bekijk de afb. bij vraag 38 p.37)

1. Jeanne a les plus longs cheveux.
2. Louis est le garçon le plus tolérant.
3. Margot est la personne la moins sportive.
Aantekening:
le/la/les plus ...       het meest   Bijv. La plus belle fille.
le/la/les moins ....   het minst            Le plus beau garçon.

Let op de plaats: als het bijv. nw achter het zelfst.nw. komt, herhaal je het lidwoord.
Bijv. La fille la plus sportive.
         Le garçon le plus tolérant.

Slide 9 - Tekstslide

Le superlatif
Overtreffende trap
(bekijk de afb. bij vraag 38 p.37)

1. Jeanne a les plus longs cheveux.
2. Louis est le garçon le plus tolérant.
3. Margot est la personne la moins sportive.
4. Margot travaille le plus longtemps
Maak nu ex. 37a en c

Slide 10 - Tekstslide