Keuzevak Ethiek les 2

Keuzevak Ethiek les 2
Ethische Theoriën 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EthiekMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Keuzevak Ethiek les 2
Ethische Theoriën 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige week
Wat is ethiek?
Wat is een ethisch dilemma?
Nog vragen daarover?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek is .....
A
het volgen van morele richtlijnen.
B
nadenken over het geheel van normen en waarden.
C
hetzelfde als de moraal.
D
nadenken over de moraal.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een ethisch dilemma....
A
verschil je van mening over wat er moet gebeuren.
B
spreek je over een moreel dilemma.
C
zijn verschillende waarden met elkaar in botsing.
D
is het een kwestie van persoonlijke voorkeuren.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel dilemmamethode
Ethische gespreksmethode

Doel is dat je stap voor stap een ethisch dilemma bespreek kan maken en om kan zetten in praktisch handelen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige week
Dilemmamethode
  1. Formuleer het dilemma
  2. Formuleer de ethische vraag
  3. Onderzoek de mogelijkheden
  4. Maak een afweging of een keuze

Slide 6 - Tekstslide

1. .

2. 
1. Formuleer het dilemma
In een zo kort mogelijke zin de conflicterende waarden formuleren.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethische theoriën
  1. Waardentheorieën-Wat is waardevol om na te streven?
  2. Normatieve theorieën-Wat zijn daarbij ons plichten?
  3. Meta-ethische theorieën-Waar is een moreel oordeel op gebaseerd?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardentheorieën
  1. Volgens hedonisten gaat het om zoveel mogelijk positieve ervaringen en zo weinig mogelijk negatieve ervaringen.
  2. De verlangenstheorie zegt: Het gaat erom in welke mate iemands verlangens zijn vervuld.
  3. Sommige dingen zijn gewoon goed voor ons, zoals gezondheid, scholing, huisvesting, vriendschap en liefde. Het gaat erom dat je een redelijke hoeveelheid van deze items verwerft of realiseert ongeacht of je het verlangt, zegt de objectievelijsttheorie.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normatieve theorieën
Utilisme- Volgens het utilisme moet je dat doen wat tot de
grootste hoeveelheid welzijn leidt.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Utilisme
Het welzijn van iedere persoon is voor het utilisme
even belangrijk. Ieders welzijn telt, en ieders welzijn
telt in gelijke mate.

Het utilisme is dus onpartijdig.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen Utilisme 
Maar hoe weet je nu welke handeling tot het beste resultaat leid? Hoe tel je dat op, verschillende soorten welzijn?

En gaat het om het werkelijke resultaat of te verwachten resultaat? Utilisten zijn daarover verdeeld?
 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen Utilisme
Het Utilitarisme is wel erg veeleisend.

Want het levert namelijk bijna altijd een beter resultaat op als je je
geld doneert aan een goed doel in plaats van het te
besteden aan jezelf.

Mede misschien, omdat anderen niet doneren.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen Utilisme
En stel dat je moet kiezen tussen het redden van je eigen
kind of het redden van twee kinderen die je niet kent.

Het utilisme zou zeggen dat je die 2 kinderen moet redden.

Dat is wel erg onpartijdig!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plichtenethiek
Wordt vooral in verband gebracht met de filosoof Kant.
Je moet vooral je plicht doen. Dit kun je doen door zelf na te denken over wat je wilt aan de hand van 2 vragen.
 
1. Wil je wereld waarin iedereen dat zou doen?
2. Wil je dat iemand anders jou zo behandelt?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  1. Stel bijvoorbeeld dat je geld nodig hebt. Je leent geld van iemand en belooft dat je het terug zal betalen, maar je weet dat je dat niet gaat doen.
  2. Of stel dat je iemand tegenkomt die dringend hulp nodig heeft. En stel dat je die persoon negeert.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleem Plichtenethiek
Omdat Kant de nadruk legt op autonomie en rationaliteit (zelf nadenken), sluit hij mensen die niet of minder goed zelf kunnen nadenken uit van de morele gemeenschap.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deugdenethiek
Deugdenethiek richt zich op het ontwikkelen van goede karaktereigenschappen (deugden) zoals eerlijkheid, moed, en vriendelijkheid, om moreel goed te handelen. Deugdenethiek is gebaseerd op het idee dat een goed mens iemand is die de juiste morele deugden heeft ontwikkeld, en deze deugden leiden tot juist handelen in verschillende situaties. Het gaat hier om de innerlijke houding en de intenties van een persoon, niet alleen om de handelingen zelf.

Slide 18 - Tekstslide

voorbeeld: een vriend komt bij je  lang in het ziekenhuis, je waardeert dat en degene zegt dat hij alleen zijn plicht doet. Dit blijkt hij niet alleen uit beleefdheid te zeggen.
Kritiek op deugdenethiek
  1. Gebrek aan duidelijke richtlijnen voor handelen
  2. Wat als deugd wordt beschouwd, verschilt van cultuur tot cultuur.
  3. Deugden kunnen soms met elkaar in conflict komen. (Eerlijkheid vereist dat ik mijn cliënt de waarheid vertelt, maar compassie dat ik hem ontzie)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgethiek
Zorgethiek benadrukt eigenschappen zoals empathie, zorgzaamheid en aandacht voor de specifieke behoeften van anderen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritiek op Zorgethiek
  1. Gebrek aan duidelijke richtlijnen voor handelen
  2. Niet onpartijdig, je handelt namelijk steeds vanuit het perspectief van de cliënt, ook al zijn er dringende aanspraken van vreemden.
  3. Zorgverlener maakt zich volstrekt ondergeschikt aan belangen van de zorgontvanger.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Dilemmamethode
  1. Formuleer het dilemma
  2. Formuleer de ethische vraag
  3. Onderzoek de mogelijkheden
  4. Maak een afweging of een keuze

Slide 22 - Tekstslide

1. .

2. 
2. Formuleer de ethische vraag
De normen en waarden rondom het ethische dilemma worden vanuit de verschillende perspectieven (betrokkenen) eerst in kaart gebracht en dan geef je een intuïtief oordeel.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Formuleer de ethische vraag
Bij deze stap bespreek je welke waarden en normen in het geding zijn. Voorbeelden van waarden zijn integriteit, autonomie, respect, privacy.
Schrijf de waarden op vanuit de verschillende perspectieven en de daarmee samenhangende belangen (hulpverlener, cliënt, familie, medebewoners, organisatie). Maak een tabel met daarin de verschillende waarden, normen en betrokkenen.
Formuleer de ethische vraag aan de hand van de volgende vraagwoorden: Mag ik, moet ik, kan ik…? en geef een intuïtief oordeel. Voorbeeld: Mag ik informatie over de cliënt doorgeven aan mijn collega of niet?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende Week
Ethiek en wetgeving
Voorbereiding op rollenspel

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van de les?
Zijn er nog dingen waar jullie het over willen hebben of extra informatie over willen hebben?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies