Lezen 4 | maandag zb

Hoe was jullie vakantie?
1 / 23
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe was jullie vakantie?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Programma + doel
  • Wat weten jullie nog?
  • Herhaling Lezen (quizvragen)
  • Afsluiten 

Doel: 
Jullie begrijpen de lesstof van Lezen blok 1-6.


 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie nog?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet spieken!

Wat zijn drogredenen ook alweer?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.
A
Dit is een valide argument.
B
Dit is een onjuiste oorzaak-gevolg relatie.
C
Dit is een cirkelredenering.
D
Dit is het ontduiken van de bewijslast.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt argumenten in een tekst herkennen door te letten op   zoals          en 'omdat'. Argumenten gebruikt men om een mening te onderbouwen. Een schrijver kan daarbij losstaande, gelijkwaardige argumenten gebruiken, dat noemen we              Wanneer de schrijver een hoofdargument onderbouwt met nog een argument, noemen we dit             .
....1....
....2....
....3....
....4....
nevenschikkende argumentatie
signaalwoorden
onderschikkende argumentatie
want

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met Lezen blok 1-6

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tiktok wordt steeds populairder. In Nederland telt TikTok maar liefst 3,5 miljoen gebruikers, waaronder natuurlijk vooral jongeren. TikTok heeft maar liefst 830.000 gebruikers binnen de leeftijdsgroep 6 t/m 18 jaar. De app blijkt echter niet totaal ongevaarlijk te zijn. Juist omdat de app ook door hele jonge kinderen wordt gebruikt, is het belangrijk om aandacht te besteden aan privacy. Maar wat zijn nou precies de gevaren van Tiktok?

Wat is de belangrijkste manier waarop deze tekst wordt ingeleid?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Manieren van inleiden
Een schrijver kan een tekst op verschillende manieren inleiden:
  1. Vraag stellen
  2. Anekdote vertellen
  3.  Onderwerp introduceren
  4. Aanleiding noemen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebruikers kunnen filmpjes van anderen downloaden. Het is met social media altijd belangrijk om goed na te denken voordat iets gepost wordt. Vanaf het moment dat iemand jouw filmpje downloadt, is het filmpje al niet meer van jou. Iemand anders bezit dan jouw content en kan er van alles mee doen.

Naast privacyrisico’s is cyberpesten ook een groot risico. Pesten komt onderen kinderen vaak voor. Cyberpesten gebeurde al via andere kanalen zoals Whatsapp en Instagram, maar nu is er dus een nieuw kanaal bijgekomen wat nieuwe mogelijkheden creëert voor pesters.

Op welke manier worden deze twee alinea's verbonden?
A
Door een woord(groep) te herhalen
B
Door een overgangszin met verwijswoord
C
Door een signaalwoord
D
Door een aankondigende zin

Slide 13 - Quizvraag

Welk signaalwoord? (Naast.. ook)
Verbindingsmanieren van alinea's
Een schrijver kan de alinea's in het middenstuk op vier manieren met elkaar verbinden:
  1. Met een signaalwoord;
  2. Door een woord(groep) te herhalen;
  3. Door een overgangszin met verwijswoord;
  4. Door een aankondigende zin. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het kinderrecht op een gezinsleven in eigen land is in het geding. De afspraak is dat buitenlandse adoptie pas aan de orde kan zijn als het eigen land geen opvang kan bieden. Maar voor adoptieorganisaties is het haast ondoenlijk om te controleren of alle opties zijn onderzocht. Hierdoor kunnen kinderen in het buitenland belanden, terwijl er in eigen land best een (pleeg)gezin te vinden was.

Wat is de kernzin in deze alinea?
A
De eerste zin
B
De tweede zin
C
De derde zin
D
De vierde zin

Slide 15 - Quizvraag

De rest is een toelichting
Opbouw van een alinea
De meeste alinea's in het middenstuk hebben een vaste opbouw. Een alinea kun je onderverdelen in:
  1. De kernzin = de zin waarin de belangrijkste mededeling uit de alinea staat. Dit is vaak de eerste, tweede of laatste zin.
  2. Andere zinnen = de zinnen die voorbeelden geven over of toelichting geven op de kernzin.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik denk niet dat de Partij voor de Dieren veel stemmen zal krijgen, mensen in tijden van crisis zullen eerder aan hun portemonnee denken dan aan het welzijn van dieren.

Wat voor soort argument is dit?
A
Een feitelijk argument
B
Een vermoeden/ veronderstelling
C
Een ervaringsargument
D
Een emotioneel argument

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is goed dat leerlingen niet mogen eten in de klas. De afgelopen week hadden de schoonmakers prullenbakken vol aan snoeppapiertjes en plastic zakjes en gaven aan te willen stoppen als dit zo door zou gaan. Daarnaast zorgt eten tijdens de les voor een hoop afleiding voor de leerlingen én de docent.

Welk argumentatieschema herken je hierin?
A
Enkelvoudig
B
Nevenschikkend
C
Onderschikkend
D
Combinatie van nevenschikkend + onderschikkend

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit waarom!  + Zijn er nog vragen? 
Nederland moet het openbaar vervoer gratis maken. Als er meer mensen met het openbaar vervoer gaan reizen, vermindert dat namelijk het aantal files. Eén bus neemt nou eenmaal minder plek in dan 15 of 20 auto’s. Daarnaast zorgt gratis openbaar vervoer voor minder CO2-uitstoot. In Hasselt is dit namelijk ingesteld en uit onderzoek bleek dat daar veel minder CO2-uitstoot is vergeleken met daarvoor.
A
Enkelvoudige argumentate
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Combinatie nevenschikkend en onderschikkend

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er moeten geen fietsers door de onderdoorgang van het Rijksmuseum gaan rijden. Met de aanleg van
het vernieuwde Museumplein en met de toenemende stroom toeristen, economisch buitengewoon
belangrijk voor Amsterdam en Nederland, is het laten concurreren van wandelaars en fietsers in de
onderdoorgang grote onzin. Het leidt, zoals ook wel elders in de stad, alleen maar tot geschreeuw en
bevestigt dus bij toeristen dat Nederlanders een nogal bot volkje vormen.

Wat is hier het standpunt?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er moeten geen fietsers door de onderdoorgang van het Rijksmuseum gaan rijden. Met de aanleg van
het vernieuwde Museumplein en met de toenemende stroom toeristen, economisch buitengewoon
belangrijk voor Amsterdam en Nederland, is het laten concurreren van wandelaars en fietsers in de
onderdoorgang grote onzin. Het leidt, zoals ook wel elders in de stad, alleen maar tot geschreeuw en
bevestigt dus bij toeristen dat Nederlanders een nogal bot volkje vormen.

Wat voor soort argument kun je herkennen?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er nog vragen of onderdelen die jullie lastig vinden?

Slide 22 - Open vraag

-Verbindingsmanieren + signaalwoorden
- Kernzinnen, hoofdzaken en bijzaken
- Stelling en argumenten herkennen
- Argumentatieschema's herkennen
- Tekstfuncties en tekststructuren 
Afsluiten
Huiswerk voor dinsdag: opdracht 4 van Lezen blok 6

Boek 4 doorgeven: Ties, Victor, Irini, Jelle, Jerica


Belangrijk: vrijdag 21 mei Proefwerk Lezen blok 1-6

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies