Wiskunde H2.2 OPtellen en aftrekken
1 / 30
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het verschil in temperatuur tussen deze twee thermometers?
A
-1
B
8
C
-7
D
6
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het verschil in temperatuur tussen deze twee thermometers?
A
7
B
9
C
15
D
1
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het verschil in temperatuur tussen deze twee thermometers?
A
7
B
9
C
15
D
1
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het verschil in temperatuur tussen deze twee thermometers?
A
-1
B
8
C
-7
D
6
Slide 10 - Quizvraag
Vorige keer: 2.4 Groter, kleiner en gelijk
5 ... 10
6,75 ... 6,7
6 : 2 ... 1 + 2
>
<
=
Slide 11 - Sleepvraag
het tegengestelde van 17 is:
A
0
B
7
C
17
D
-17
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het tegengestelde
van -6?
van -6?
A
-3
B
0
C
6
D
2
Slide 13 - Quizvraag
Groter of kleiner?
-78 .......... -79
-78 .......... -79
timer
0:20
A
<
B
>
C
=
D
?
Slide 14 - Quizvraag
4 is kleiner dan ....
A
- 10
B
- 7
C
0
D
5
Slide 15 - Quizvraag
-4 .............. -9
A
<
B
>
Slide 16 - Quizvraag
-8 ........... -3
A
<
B
>
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Negatieve getallen optellen
-7+3=
A
-10
B
-2
C
-4
D
4
Slide 21 - Quizvraag
Negatieve getallen optellen
-7-2=
A
-9
B
10
C
-5
D
4
Slide 22 - Quizvraag
Negatieve getallen optellen
4 - 7=
A
11
B
3
C
-3
D
-11
Slide 23 - Quizvraag
Negatieve getallen optellen
-3 + 6=
A
-9
B
-3
C
3
D
9
Slide 24 - Quizvraag
negatieve getallen aftrekken
−4−3
A
7
B
1
C
- 1
D
- 7
Slide 25 - Quizvraag
negatieve getallen aftrekken
−8−11
A
-19
B
3
C
-3
D
19
Slide 26 - Quizvraag
Negatieve getallen aftrekken
−7−10
A
-3
B
3
C
-17
D
17
