3bk - All Right Unit 2 - extra punten verdienen SO

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Unit 2

Work hard for extra points!

Lesson 2.2 Words & Grammar

Lesson 2.3 Words

Welke woord zie je op de afbeelding?

Sleep het woord naar de juiste afbeelding.

offer

remote control

reporter

headline

notification

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) accuse

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) refuse

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) save

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) happen

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) reduce

Vertaal naar het Engels:
inwoner

Vertaal naar het Engels:
aankondiging

Vertaal naar het Engels:
periode van 10 jaar

Vertaal naar het Engels:
gênant

Vertaal naar het Engels:
armoede

Verleden tijd van...
go

1. goed
2. goes
3. went
4. gone

Verleden tijd van...
bake

1. bakes
2. baked
3. bookt
4. baket

Verleden tijd van...
skip

1. skept
2. skep
3. skipt
4. skipped

Verleden tijd van...
think

1. thought
2. thinked
3. thaught
4. thinkt

Verleden tijd van...
hang

1. hanged
2. hung
3. hunged
4. hing

Welke woord zie je op de afbeelding?

Sleep het woord naar de juiste afbeelding.

stretcher

deadly

nurse

scared

fire engine

Vertaal naar het Engels:
achtervolging

Vertaal naar het Engels:
EHBO-set

Vertaal naar het Engels:
opvang

Vertaal naar het Engels:
diefstal

Vertaal naar het Engels:
veilige

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) take care of

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) hide

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) drown

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) grab

Vertaal het werkwoord naar het Nederlands: (to) escape

I lived in London two years ago.

I have lived in Liverpool for two years.

Present Perfect

Past Simple

In welke tijd staat deze zin?

My cat died last week.

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat deze zin?

I have built a helicopter

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat deze zin?

I read a book.

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat deze zin?

Lucy lived in London.

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat:

Jack watched television

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat:

I've lost my passport

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat:

We sang that song last week.

1. Past Simple
2. Present Perfect

In welke tijd staat deze zin?
I have known him all my life.

1. Past simple
2. Present perfect

In welke tijd staat deze zin?

This quiz has ended.

1. Past simple
2. Present perfect

Zet het ww in de Past Simple:
Leonardo Da Vinci ... (to paint) the Mona Lisa.

1. have painted
2. is painting
3. painted
4. has painted

Zet deze zin in de Past Simple:
Rebecca .... (to go) bed.

1. Rebecca goes to bed.
2. Rebecca is going to bed.
3. Rebecca went to bed.
4. Rebecca has gone to bed.

Zet het ww in de Present Perfect:
I .... (to know) for him all my life.

1. knew
2. am knowing
3. have known
4. know

Zet het ww in de Present Perfect:
I ...... (read) a book. I 've just finished it.

1. read
2. have read
3. am reading
4. did read

Zet het ww in de Present Perfect:
I ..... ( to eat) an apple.

1. did eat
2. has eat
3. have eaten
4. am going to eat