2HV - Les 21 PW U1 & U2

PW U 1 & 2
Lees + luister
Persoonlijke voornaamwoorden
Ser
Llamarse
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Meervoudsregel
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
Rangtelwoorden 1e-10e NL-SP
Korte zinnetjes kunnen maken (met voca)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PW U 1 & 2
Lees + luister
Persoonlijke voornaamwoorden
Ser
Llamarse
Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)
Meervoudsregel
Jezelf voorstellen
Aanwijzend voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Getallen tot 100 NL - SP
Rangtelwoorden 1e-10e NL-SP
Korte zinnetjes kunnen maken (met voca)

Slide 1 - Tekstslide

Oefentoetsen
Socrative --> 
Roomname: BAKKER5564


Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
(yo)                                                
(tú)                                   
(él, ella, usted, ..)                La chica / El señor Perez / El supermercado

(nosotros/-as)                     Maria y yo / tú y yo
(vosotros/-as)                      Maria y tú
(ellos, ellas, ustedes, ..)   Juan y Maria

Oefen HIER met quizlet

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Ezelsbruggetje 
naam + naam = zij (mv)
naam + ik = wij
naam + jij = jullie
jij + ik = wij

 --> let goed op of je mnl of vrl gebruikt

Slide 5 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord + SER
Oefen HIER met quizlet

Klik HIER voor de opdrachten

Slide 6 - Tekstslide

Llamarse
Oefen HIER met quizlet

Klik HIER voor opdracht 1

Klik HIER voor opdracht 2

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Enkelvoud/Meervoud
         Woord + S
      Woord + ES
_____a+s (chicas)
_____n+es (canciones)
_____o+s (chicos)
_____d+es (ciudades)
_____e+s (estudiantes)
_____l+es (hoteles)
camping+s
_____r+es (profesores)
Klinker + ES
Medeklinker + ES

Slide 11 - Tekstslide

 
Uitzonderingen: 

El día= de dag 
El problema= het probleem 
El sistema= het systeem 
El mapa= de kaart 
La foto= de foto 
La moto= de motor 
La radio= de radio 
La mano = de hand
Lidwoorden enk/mv

  1. oefen HIER met de uitzonderingen op quizlet
  2. lidwoorden enkelvoud: klik hier
  3. lidwoord + zelfstandignw in meervoud zetten: klik hier

Slide 12 - Tekstslide

Jezelf voorstellen

Klik hier voor de opdrachten

Slide 13 - Tekstslide

Dit / Deze - ml/vl/ev/mv

Slide 14 - Tekstslide

Aanwijzende vnw
  1. (DEZE)........... coche es rojo. 
  2. ¿(DIT).............. chica es Ana?
  3. ¿(DIT).............. libro es tuyo?
  4. (DEZE).............. sillas son rojas.
  5. (DEZE)............ bolígrafos son de Juan.

Slide 15 - Tekstslide

ANTWOORDEN
  1. (DEZE)........... coche es rojo. ESTE
  2. ¿(DIT).............. chica es Ana? ESTA
  3. ¿(DIT).............. libro es tuyo? ESTE
  4.  (DEZE).............. sillas son rojas. ESTAS
  5. (DEZE)............ bolígrafos son de Juan. ESTOS

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoorden
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 17 - Tekstslide

1. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -O
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 18 - Tekstslide

2. Bijvoeglijk naamwoorden die eindigen op een -E.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 19 - Tekstslide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker verandere niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
       la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 20 - Tekstslide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes

  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 21 - Tekstslide

Bijvoegelijk naamwoord
Als je de uitleg op de vorige sheets hebt gelezen en begrepen, kun je de volgende opdracht maken om te oefenen.

Oefen: klik HIER om te oefenen


Ken je een woord niet? Zoek het op, maar volg vooral eerst de regel!

Slide 22 - Tekstslide

Los números
Tot aan 30 schrijf je alles aan elkaar vast met een 'i' als verbindingswoord.

Na de 30 schrijf je alles van elkaar af en verandert de 'i' in een 'y' (wat 'en' betekent).

Denk aan de accentjes bij: 
16, 22, 23, 26

Slide 23 - Tekstslide

rangtelwoorden
1e
primero /primera
6e
sexto / sexta
2e
segundo / segunda
7e
séptimo / séptima
3e
tercero / tercera
8e
octavo / octava
4e
cuarto / cuarta
9e
noveno / novena
5e
quinto / quinta
10e
décimo / décima

Slide 24 - Tekstslide

Números + extra ww

Oefen HIER met quizlet


Klik HIER voor de opdrachten

Slide 25 - Tekstslide

Korte zinnetjes maken
- Voca Unidad 1 
- Voca Unidad 2

Lidwoord-zelfstandig naamwoord - werkwoord (ser) - bijvoeglijk naamwoord
1. De zus is lang
2. Het team is veel
3. Het broodje is oud
4. De radio is nieuw

Slide 26 - Tekstslide

Korte zinnetjes maken
- Voca Unidad 1
- Voca Unidad 2
Lidwoord-zelfstandig naamwoord - werkwoord (ser) - bijvoeglijk naamwoord

1. De zus is lang                           - La hermana es alta
2. Het team is veel                     - El equipo es mucho
3. Het broodje is oud                - El bocadillo es viejo
4. De radio is nieuw                    - La radio es nueva

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide