1.2 Rivieren, maatregelen

1.2 Rivieren: maatregelen
Hoofdstuk 1
domein Leefomgeving

4 VWO
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

1.2 Rivieren: maatregelen
Hoofdstuk 1
domein Leefomgeving

4 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Als een rivier meer water afvoert, wordt hij smaller en dieper.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Bij de monding van de rivier vindt erosie en sedimentatie plaats..
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De stroomsnelheid is groter bij de bron dan bij de monding.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Bij de bron van een rivier is het verval klein en het debiet groot
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Het verval van een rivier neemt in de benedenloop af.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Het absolute verschil in meters tussen twee plaatsen is het verval. Het verval geeft aan hoeveel meter een rivier richting zeeniveau zakt tussen twee plaatsen.
Voorbeeld
Vraag: Wat is het verval van de rivier tussen plaats A en B?

De hoogteligging van plaats A is 1200 meter.
De hoogteligging van plaats B is 1000 meter.

Slide 7 - Open vraag

Langs een camping in de Ardennen stroomt de Ourthe. ’s Middags begint het keihard te regenen. Pas in de avond begint het water in de rivier te stijgen.
Leg uit hoe dit komt.

Slide 8 - Woordweb

En het verhang dan?
Om te kunnen bepalen door wat voor een soort landschap een rivier stroomt zul je het verhang moeten berekenen.
Het verhang is het verval per kilometer. Het verhang geeft aan hoeveel een rivier richting zeeniveau zakt per kilometer lengte.
Je kunt deze berekening gebruiken (let op de eenheden):
 verval [m] / lengte [km] = verhang [m/km] 

Slide 9 - Tekstslide

Benoem een oorzaak waardoor de vertragingstijd in een gebied afneemt.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Welke situatie is kenmerkend voor verstedelijking?
A
Situatie A
B
Situatie B

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het verband tussen de toename van de verstedelijking en de verhoogde kans op overstromingen van rivieren?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Verval en verhang!
Hoe zit het nu eigenlijk?
https://maken.wikiwijs.nl/174450/Verval_en_verhang_van_een_rivier#!page-6613873


Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
  • - Je kunt maatregelen noemen die horen bij het beleid: Ruimte voor de Rivier
  • - Je weet waarom Nederland heeft gekozen voor adaptief deltamanagement

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk Ruimte voor de Rivier
Waarom zijn deze maatregelen noodzakelijk?
Benoem 5 maatregelen die genomen zijn, schrijf deze in je schrift.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Bescherming
Tot 1953 was de stelregel: dijken moeten zo hoog mogelijk zijn om het water buiten te houden
Constant dijkverzwaring: dijken verhogen en verstevigen bleek niet te werken

Slide 19 - Tekstslide

Bescherming
Na een aantal (bijna-) overstromingen is gekozen voor een nieuw beleid: ruimte voor de rivier.
De dijken langs de Rijn, Maas en Waal stonden tijdenlang op doorbreken in de periode vanaf 1993
Op deze manier moet het water beter opgevangen en verdeeld worden

Gevolg: grootschalige renovatie van het NL’se rivierenlandschap --> 34 projecten om knelpunten op te lossen in een periode van 15 jaar.
Realiseren veiliger rivierengebied en aantrekkelijkere leefomgeving

Slide 20 - Tekstslide

Ruimte voor de Rivier

Slide 21 - Tekstslide

Ruimte voor de rivier

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Dwarsprofiel rivier

Slide 24 - Tekstslide

Buitendijks
Binnendijks

Slide 25 - Tekstslide

Binnendijks / Buitendijks gebied
Binnendijks = de droge landzijde van de dijk die beschermd moet worden tegen het water. Bijvoorbeeld een polder.

Buitendijks = het gebied dat niet door dijken wordt beschermd en dus mag en kan overstromen

Slide 26 - Tekstslide

buitendijks
binnendijks

Slide 27 - Tekstslide

Winterdijk
Uiterwaarde
Zomerdijk
Buitendijks
Binnendijks
Winterbed
Zomerbed

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Tekstslide

Rivieren in NL
Rivieren in NL zijn gekanaliseerd en worden continu gecontroleerd

Kribben zijn aangelegd om de vaargeul diep te houden voor scheepvaart (en erosie en sedimentatie tegen te gaan)
Stuwen zijn aangelegd om de waterstand te regelen

Slide 30 - Tekstslide

Adaptief deltamanagement
Het Ruimte voor de rivierbeleid is afgerond. We gaan nu op zoek naar nieuwe maatregelen om Nederland te beschermen tegen het water. De grootste uitdaging is het water vanuit de rivieren de zee in te krijgen en overtollig water te bewaren voor de droge periodes

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Internationale afspraken
Rivieren gaan over verschillende landsgrenzen heen

Hierom is het noodzakelijk om afspraken te maken met de betreffende landen

Je werkt dan op fluviaal schaalniveau = op ‘rivier’ niveau

Slide 35 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kunt maatregelen noemen die horen bij Ruimte voor de Rivier
- Je weet waarom Nederland heeft gekozen voor adaptief deltamanagement

Slide 36 - Tekstslide

Opgaven:
Maak (ten minste) opgaven opgave 1, 3 & 6

Slide 37 - Tekstslide