11.5 Cellen en chromosomen

Programma
  • Lezen 11.5
  • Herhaling 11.4
  • Theorie 11.5
  • Verwerking 11.5 
timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Lezen 11.5
  • Herhaling 11.4
  • Theorie 11.5
  • Verwerking 11.5 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe door celdeling geslachtscellen gevormd worden.
  • Je kunt uitleggen hoe door celdeling nieuwe lichaamscellen gevormd worden.
  • Je kunt uitleggen hoe verschillende soorten cellen ontstaan.


Slide 2 - Tekstslide

Kan een vrouw een Y-chromosoom in een eicel produceren?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft een bevruchte eicel
A
12
B
23
C
46

Slide 4 - Quizvraag

Een eeneïge tweeling hebben dezelfde chromosomen
A
Goed
B
Fout

Slide 5 - Quizvraag

Is de haarkleur erfelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

De variant van een eigenschap noemen we een.............
Gen
Celkern
DNA
Chromosomen
Allel

Slide 7 - Sleepvraag

Een variant op een gen noem je een allel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze karyogram is
van een man.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevat de eicel na de bevruchting?
A
44
B
48
C
23
D
46

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Slide 12 - Link

Filmpje 11.5 Noordhoff inloggen

Slide 13 - Tekstslide

Mitose of gewone celdeling
  • Er wordt een exacte kopie van alle chromosomen gemaakt  (deze cellen zijn diploïd)
  • Hierbij gaat een cel zichzelf delen 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Meiose of reductiedeling
  • Vindt plaats in de eierstokken of teelballen 
  • Hieruit ontstaan de geslachtscellen (zaadcel of eicel) 
  • Elke geslachtscel heeft de helft van het aantal chromosomen dus 23 in totaal (dit noem je haploïd)
23 chromosomen + 23 chromosomen = 46

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zet de fasen van de mitose in de juiste volgorde:
1
2
3
4
5
6

Slide 19 - Sleepvraag

Hoe krijg je verschillende soorten cellen? 
  • Je hebt heel veel verschillende soorten cellen, allemaal ontstaan door mitose
  • bijvoorbeeld: spiercellen, darmcellen, zenuwcellen, huidcellen
  • Ze verschillen in vorm en grootte: celdifferentiatie
  • Ze verschillen in functie: celspecialisatie

Slide 20 - Tekstslide

Hoe krijg je verschillende soorten cellen?
  • Stamcellen: cellen die nog in staat zijn om te differentiëren en te specialiseren

  • Celdifferentiatie: verschillen in vorm en grootte van cellen
  • Celspecialisatie: verschillende functies van cellen 

Slide 21 - Tekstslide

Differentiatie en specialisatie ontstaan doordat een cel genen aan en uit kan zetten. Dit aan/uit zetten gebeurt door eiwitten. Welke eiwitten worden gemaakt, wordt bepaald door speciale regelgenen.

Slide 22 - Tekstslide

Nu
-Zijn er nog vragen? 
-Huiswerk: -maken 11.5 
                        -Het hoofdstuk bekijken en vragen opschrijven


Slide 23 - Tekstslide