Politiek juridische dimensie les 3

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Wat zijn politieke partijen ;
Hoe werken de verkiezingen ;
Ontdekken welke politieke partijen bij jou passen.

Slide 2 - Tekstslide

timer
1:00
Bij verkiezingen denk je aan?

Slide 3 - Woordweb

4

Slide 4 - Video

00:15
Wanneer ben je een "politieke partij"?
A
• Als een groep mensen gaat stemmen bij verkiezingen
B
Als je de verkiezingen wint
C
Als een groep mensen hetzelfde idee hebben over het bestuur
D
Als een groep mensen het milieu willen verbeteren en samen kunnen lachen

Slide 5 - Quizvraag

00:38
Welke partijen vinden minder regels belangrijk?
A
linkse partijen
B
rechtse partijen

Slide 6 - Quizvraag

00:49
Links vindt dat de overheid mensen moet helpen. Welke groepen mensen moeten dan geholpen worden?
A
ouderen - werkenden - boeren
B
ouderen - zieken - werklozen
C
zieken - fabriekseigenaren - werklozen

Slide 7 - Quizvraag

01:13
Wat staat er in het programma van een rechtse partij?
A
"De overheid moet veel doen anders wordt het een puinhoop"
B
"Onze partij zorgt voor veel regels zodat iedereen geholpen wordt"
C
"We regelen dingen zelf"

Slide 8 - Quizvraag

Begrip: politieke partij



Een politieke partij is een organisatie die deelneemt aan verkiezingen om invloed te hebben op politieke besluiten.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

HOEVEEL KUN JIJ ER NOEMEN?

Slide 11 - Woordweb

Partijen in de 2 kamer

Slide 12 - Tekstslide

LIJSTTREKKER
Politieke partijen willen zoveel mogelijk mensen overtuigen van hun standpunten

Daarom voeren ze campagne. Dit is eigenlijk reclame maken voor een politieke partij.

De personen bovenaan de kieslijst noemen we een lijsttrekker. 
Hij of zij speelt de hoofdrol tijdens de verkiezingstijd en de debatten.

Slide 13 - Tekstslide

4

Slide 14 - Video

00:45
Wat heb je nodig om te mogen stemmen?

Slide 15 - Open vraag

00:45
Hoe lang mag een legitimatiebewijs verlopen zijn voor het stemmen
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 16 - Quizvraag

01:08
Als jij iemand machtigd om voor jou te stemmen hoe doe je dat?
A
Achterkant van het stembijet of matigingformulier invullenen en kopie legitimatiebewijs meegeven
B
Kopie legitimatiebewijs en de stempas meegeven
C
Stem bijet meegeven en dan stemmen op zijn naam

Slide 17 - Quizvraag

01:57
Aan welke regels moet jij je houden bij het stemmen?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link

Wat is de uitslag van de stemwijzer?

Slide 20 - Open vraag

Dit is het eind van het klassikale deel Verkiezingen.

Je gaat nu individueel verder met de opdrachten in je werkboek. 
Hoofdstuk 4.3 blz 123 -130

Slide 21 - Tekstslide