Week 16

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesson goals
After today you can...
- pinpoint objects/persons;
- indicate possession;
- use adjectives;
- write an acrostic poem;
- understand the news.

Slide 2 - Tekstslide

What to do
Do you already know how to...
- pinpoint objects/persons = use demonstrative pronouns;
- indicate possession = use possessive pronouns;
- use adjectives?
Then, write an acrostic poem on the handout. It should be at least eighteen lines long containing demonstrative pronouns, possessive pronouns and at least 5 adjectives.

Slide 3 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
Demonstrative Pronouns

Slide 4 - Tekstslide

Demonstrative pronouns
_________ is my car right here.
timer
0:20
A
This
B
That
C
Which
D
What

Slide 5 - Quizvraag

Demonstrative pronouns
Do you know________ boys
over there?
timer
0:20
A
these
B
those
C
that
D
which

Slide 6 - Quizvraag

Demonstrative pronouns:

Look at ... shoes over there!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 7 - Quizvraag

Demonstrative pronouns:

........... jackets over here are blue.
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 8 - Quizvraag

Possessive pronoun
met znw
zonder znw
Mijn
my
mine
jouw
your
yours
zijn
his
his
haar
her
hers
zijn/haar
its
-
onze
our
ours
jullie
your
yours
hun
their
theirs
Possessive pronoun

Slide 9 - Tekstslide

Do exercise 5 on page 7
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Adjective
Je kunt een adjective aan een zin toevoegen. 

Een adjective is een bijvoegelijk naamwoord
het zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Je zet de adjective vóór het zelfstandig naamwoord. 

Slide 11 - Tekstslide

Adjectives

Hoe noem je een adjective in het NL?

Waar zegt een adjective iets over?

Geef een voorbeeldzin met een adjective.

Slide 12 - Tekstslide

What to do
Write an acrostic poem on the handout. It should be at least twelve lines long containing:
- demonstrative pronouns,
- possessive pronouns and 
- at least five adjectives.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide